Anleitung_TCTS_1701_EX_NL__ 29.08.13 09:22 Seite 47
Parallelaanslag (7) afstellen naargelang van
n
de hoogte van het werkstuk en de gewenste
breedte (zie 8.4).
Zaag aanzetten.
n
Handen met gesloten vingers plat op het
n
werkstuk leggen en het werkstuk langs de
parallelaanslag (7) het zaagblad (5) in
schuiven.
Met de linker of rechter hand (naargelang
n
de positie van de parallelaanslag) zijdelings
geleiden, maar enkel tot de voorkant van de
zaagbladafdekking (2).
Werkstuk steeds tot het einde van het
n
spouwmes (4) doorschuiven.
De snijafval blijft op de zaagtafel (1) liggen
n
tot het zaagblad (5) opnieuw tot stilstand is
gekomen.
Lange werkstukken aan het einde van het
n
snijden beveiligen tegen neerkantelen! (b.v.
afrolstandaard etc.)
9.1.1 Snijden van smallere werkstukken
(fig. 40)
Langssneden van werkstukken met een
breedte van minder dan 120 mm moeten zeker
met gebruikmaking van een schuifstok (17)
worden uitgevoerd. Schuifstok is niet bij de
levering begrepen. Versleten of beschadigde
schuifstok onmiddellijk vervangen.
9.1.2 Snijden van zeer smalle werkstukken
(fig. 41)
Voor langssneden van zeer smalle
n
werkstukken met een breedte van 30 mm en
minder moet zeker een schuifhout worden
gebruikt
Daarbij gebruikt u best het laag geleidevlak
n
van de parallelaanslag.
Schuifhout niet bij de leveringsomvang
n
begrepen! (Verkrijgbaar in de
desbetreffende gespecialiseerde
handel). Versleten schuifstok tijdig
vervangen.
9.1.3 Uitvoeren van schuine sneden
(fig. 42)
Schuine sneden worden principieel uitgevoerd
mits gebruikmaking van de parallelaanslag (7).
Zaagblad (5) op de gewenste hoekmaat
n
afstellen. (zie 8.3).
Parallelaanslag (7) afstellen naargelang de
n
breedte en de hoogte van het werkstuk (zie
9.3).
Snede conform de werkstukbreedte
n
uitvoeren (zie 9.1.1 en 9.1.2)
9.2 Uitvoeren van dwarssneden (fig. 43)
Dwarsaanslag (13) in één van de beide
n
groeven (29) van de zaagtafel schuiven en
op de gewenste hoekmaat afstellen (zie
8.6). Indien het zaagblad (5) bovendien
schuin wordt gesteld, moet die groef (29)
worden gebruikt die voorkomt dat uw hand
en de dwarsaanslag met de
zaagbladafdekking in contact komen.
Indien nodig aanslagrail (e) gebruiken.
n
Werkstuk hard tegen de dwarsaanslag (13)
n
drukken.
Zaag aanzetten.
n
Dwarsaanslag (13) en werkstuk naar het
n
zaagblad toe schuiven teneinde de snede
uit te voeren.
Let op!
n
Hou altijd het geleide werkstuk vast,
nooit het vrije werkstuk dat afgesneden
wordt.
Dwarsaanslag (13) altijd blijven
n
vooruitschuiven tot het werkstuk helemaal is
doorgesneden.
Zaag weer uitzetten. Zaagafval pas
n
verwijderen als het zaagblad stilstaat.
9.3 Snijden van spaanderplaten
Om het uitbreken van de snijkanten bij het
snijden van spaanderplaten te voorkomen moet
het zaagblad (5) niet hoger dan 5 mm boven
werkstukdikte worden afgesteld (zie ook punt
8.2).
NL
47