Platenverbinder Frezen; Onderhoud En Reiniging - Festool APS 900/2 Notice D'utilisation Originale

► De uitloop van de geleidegroef voorzichtig
ca. 5 mm met maximale freesdiepte infre­
zen.
► Bovenfrees langs de geleidegroef uit de
werkplaat leiden.
1e freesgang
► Freesdiepte van de bovenfrees buiten de
werkplaat op 1/3 van de werkplaatdikte in­
stellen.
► Langs de lange zijde van de geleidegroef in
freesrichting (a) frezen.
2e freesgang
► Freesdiepte van de bovenfrees buiten de
werkplaat op 2/3 van de werkplaatdikte in­
stellen.
► Langs de lange zijde van de geleidegroef in
freesrichting (a) frezen.
Nabewerkingsgang
► Freesdiepte van de bovenfrees buiten de
werkplaat op maximale freesdiepte instel­
len.
► Langs de lange zijde van de geleidegroef in
freesrichting (b) met maximale freesdiepte
frezen.
Ga bij het tegenstuk op dezelfde wijze te werk.
7.4 Werkplaatdiepte 900 mm
Werkplaten met een diepte van 900 mm worden
in twee stappen bewerkt.
► Verschuif de freessjabloon over het alumi­
niumprofiel tot de inkeping van het alumini­
umprofiel op de markering 900 van de
freessjabloon aangeeft, zie afbeelding 6A
vergrootglas.
Willekeurige andere werkplaat­
dieptes zijn ook mogelijk. Ver­
schuif hiervoor de freessjabloon
overeenkomstig
werkplaatdiepte.
► Draai de bevestigingsschroeven tussen alu­
miniumprofiel en freessjabloon vast [6-1].
► Positioneer de werkplaatsjabloon met de
bouten aan de voorkant [6-3]. Positioneer
het aluminiumprofiel vlak aan de rechter­
kant van de werkplaat [6-2].
► Bevestig de snelspanklemmen [6-4] +
[6-5].
► Frees de werkplaat tot ongeveer het midden
van de geleidegroef (zie hoofdstuk
Het eerste deel van de werkplaat is gefreesd.
(afbeelding 6B)
► Draai de bevestigingsschroeven los [6-1] en
► Verschuif de freessjabloon (c) tot de uit­
► Draai de bevestigingsschroeven vast [6-1].
► Positioneer de werkplaatsjabloon met de
► Frees het tweede deel van de 900 mm diepe
Het tweede deel van de werkplaat is gefreesd.
(afbeelding 6D)
Ga bij het tegenstuk op dezelfde wijze te werk.
8
De uitsparingen voor de hoek- en platenverbin­
dingen worden op de onderkanten van de werk­
platen gefreesd.
► Positioneer de werkplaatsjabloon met be­
► Door de borgschroeven [7-4] los te draaien,
► Monteer de bovenfrees (zie hoofdstuk
► Positioneer de bovenfrees en stel de ge­
► Frees in meerdere doorgangen, met de wij­
de gewenste
9
7.3 ).
Werkplaatsjabloon reinigen
► Reinig de werkplaatsjabloon met een voch­
open de snelspanklem aan de freessjab­
loon [6-5].
loop [6-7] zich buiten de werkplaat bevindt
en er een bout [6-6] in kan worden gesto­
ken.
bouten [6-8] en bevestig de snelspan­
klem [6-5] aan de freessjabloon.
werkplaat.

Platenverbinder frezen

hulp van de bouten (bij 65 mm-platenver­
binders de binnenste boringen [7-2], bij
150 mm-platenverbinders de buitenste bo­
ringen [7-3]) en bevestig deze met snel­
spanklemmen.
kunnen de platenverbindersjablonen tot de
gewenste afstand op het aluminiumprofiel
worden verschoven.
wenste freesdiepte in (minstens de helft van
de werkplaat).
zers van de klok mee, de uitfrezingen aan
beide werkplaten op de ingestelde diepte
uit.
Voor het positioneren van de afstand
van de uitfrezingen, wordt de boring
in de freessjabloon [7-1] gebruikt.
Door de werkplaatsjabloon bij dezelf­
de instelling van de bouten en platen­
verbindersjablonen om te draaien,
wordt een uitgelijnde uitfrezing aan
beide werkplaten gegarandeerd.

Onderhoud en reiniging

tige doek.
Nederlands
6.2 )
27