NL
Installatie en ingebruikneming
Plaatsing
De vriezer mag om veiligheidsredenen niet
buiten geplaatst worden.
Plaats de vrieskist op een egale, vlakke en
stabiele onderlaag in een droge en goed
geventileerde ruimte (max. 75% relatieve
luchtvochtigheid).
Plaats de vrieskist niet dicht bij
verwarmingsbronnen als fornuizen of
radiatoren, en vermijd dat hij in direct
zonlicht of de warmte van een andere
verwarmingsbron staat.
Ruimtemperatuur
De temperatuurklasse staat op het
typeplaatje (zie fig. 1 blz. 3 en fig. 10 blz.
12). Hiermee wordt aangegeven onder
welke ruimtetemperaturen de vrieskist
optimaal werkt.
Tempera-
Toegestane
tuurklasse
ruimtetemperatuur
SN
+10 ºC tot +32 ºC
N
+16 ºC tot +32 ºC
ST
+18 ºC tot +38 ºC
T
+18 ºC tot +43 ºC
Als de ruimtetemperatuur onder het
vriespunt is, zal de vriezer niet normaal
werken.
Ventilatie
Het is belangrijk dat de kist voldoende
ventilatie heeft en dat er boven, onder en
rondom de kist een vrije luchtcirculatie is.
Fig. 2 laat zien hoe de benodigde circulatie
rondom de vriezer bereikt wordt.
All manuals and user guides at all-guides.com
4
Tussen de onderkant van de vriezer en de
vloer moet een tussenruimte van 15 mm
zijn.
BELANGRIJK! Het ventilatierooster moet
vrij toegankelijk zijn (fig. 3).
fig. 2
fig. 3