- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- De ontstekingsbougie is verkeerd aangesloten of is
defect.
- De ontsteker of de bougiekabel is defect.
DE WAAKVLAMBRANDER BLIJFT NIET BRANDEN OF
GAAT UIT TIJDENS HET GEBRUIK.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- Het thermokoppel is defect of wordt onvoldoende
opgewarmd.
- Het thermokoppel is verkeerd op de kraan of het
gasventiel aangesloten.
- De knop van de gaskraan of het gasventiel wordt niet
voldoende ingedrukt.
DE HOOFDBRANDER GAAT NIET AAN (OOK AL
BRANDT DE WAAKVLAM).
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- De brander is defect (gas uitvoeropeningen verstopt).
DE VERWARMING KAN NIET WORDEN GEREGELD.
Mogelijke oorzaken:
- het gasventiel is kapot.
FRY TOP GAS MET THERMOSTAATKRAAN
DE WAAKVLAMBRANDER GAAT NIET AAN.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- De ontstekingsbougie is verkeerd aangesloten of is
defect.
- De ontsteker of de bougiekabel is defect.
DE WAAKVLAMBRANDER BLIJFT NIET BRANDEN OF
GAAT UIT TIJDENS HET GEBRUIK.
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- Het thermokoppel is defect of wordt onvoldoende
Modular FryTop G23M
opgewarmd.
- Het thermokoppel is verkeerd op de kraan of het
gasventiel aangesloten.
- De knop van de gaskraan of het gasventiel wordt niet
voldoende ingedrukt.
DE HOOFDBRANDER GAAT NIET AAN (OOK AL
BRANDT DE WAAKVLAM).
Mogelijke oorzaken:
- De gastoevoerdruk is te laag.
- De leiding of de verstuiver is verstopt.
- De gaskraan of het gasventiel is kapot.
- De brander is defect (gas uitvoeropeningen verstopt).
DE VERWARMING KAN NIET WORDEN GEREGELD.
Mogelijke oorzaken:
- het gasventiel is kapot.
FRY TOP ELEKTRISCH
DE APPARATUUR WARMT NIET OP.
Mogelijke oorzaken:
- De thermostaat voor de regeling van de temperatuur
is defect.
- De weerstanden zijn defect.
- De veiligheidsthermostaat heeft ingegrepen.
DE VERWARMING KAN NIET WORDEN GEREGELD.
Mogelijke oorzaken:
- De thermostaat voor de regeling van de temperatuur
is defect.
VERVANGING VAN DE
COMPONENTEN
MEDEDELINGEN VOOR DE VERVANGING VAN
COMPONENTEN
SLUIT DE GASKRAAN EN/OF DEACTIVEER
DE HOOFDSCHAKELAAR VAN DE
ELEKTRISCHE VOEDING VOOR HET
APPARAAT AF.
VERIFIEER NA DE VERVANGING VAN EEN
ELEMENT VAN HET GASCIRCUIT OF DE
AANSLUITPUNTEN OP HET CIRCUIT NIET
LEKKEN.
11/60