Publicité
Voor het inschakelen controleren!
GEVAAR! Explosiegevaar! Let op dat er in
uw werkbereik geen ontstekingsbronnen
(als bijv. open vuur, brandende sigaretten,
niet explosiebeveiligde lampen enz.) bevin-
den.
Spuit nooit in een open vlam, een gloeiend
oppervlak of een lichtbron.
Controleer de veilige toestand van het apparaat:
• Controleer of er geen zichtbare defecten zijn.
• Controleer alle onderdelen op stevige bevesti-
ging.
Spuitbeeld instellen
Aanwijzing: De vorm van de verfstraal
moet worden aangepast aan het te lakken
object: Ronde straal bij kleinere vlakken,
hoeken en kanten. Brede straal bij grote
oppervlakken.
► P. 4, afb. 5
– Spuitbeeld zoals weergegeven instellen:
A. verticale vlakstraal voor horizontale werkrichting;
B. ronde straal voor hoeken, kanten en zwaar toe-
gankelijke locaties;
C. horizontale vlakstraal voor verticale werkrichting.
Verfhoeveelheid instellen
► P. 4, afb. 6
– Verfhoeveelheid zoals weergegeven instellen:
D. Te veel spuitmateriaal op het spuitoppervlak =
stelwieltje (3) in richting [−] instellen;
E. Te weinig spuitmateriaal op het spuitoppervlak =
stelwieltje (3) in richting [+] instellen;
Handelswijze
Aanwijzing: Bij werkzaamheden in de bui-
tenlucht altijd de windrichting in acht nemen.
Altijd eerst een proefspuitbeeld uitvoeren en evt. het
spuitbeeld en de verfhoeveelheid overeenkomstig
instellen (► Spuitbeeld instellen – p. 89, ► Verfhoe-
veelheid instellen – p. 89)
– Spuitpistool op een gelijkmatige afstand van 5–
15 cm verticaal tot het te spuiten voorwerp hou-
den.
– Spuitprocedure buiten het te spuiten oppervlak
beginnen.
– Spuitpistool afhankelijk van de instelling van het
spuitbeeld gelijkmatig dwars of op en neer bewe-
gen.
Een gelijkmatige oppervlakkwaliteit ontstaat als de
banen met ca. 4–5 cm overlappen.
– Onderbrekingen binnen het spuitoppervlak
vermijden.
Een gelijkmatige geleiding van het spuitpistool geeft
een uniforme oppervlakkwaliteit.
Een ongelijkmatige afstand en spuithoek geeft
ongelijkmatige oppervlakken.
– Spuitprocedure buiten het te spuiten oppervlak
stoppen.
– Aanzuigbeker nooit volledig leegspuiten.
Als de afzuigpijp niet meer in de verf komt, zal de
spuitnevel worden onderbroken en krijgt u een onef-
fen oppervlak.
Spuiten
Aanwijzing: Op basis van verschillende
materiaalsoorten moet de verfhoeveelheid
altijd tijdens het gebruik worden ingesteld.
– Basiseenheid inschakelen (► Ingebruikname –
p. 88).
– Knijphendel (5) indrukken om de luchttoevoer te
starten.
– Benodigde verfhoeveelheid instellen (► Verfhoe-
veelheid instellen – p. 89).
– Knijphendel (5) loslaten om de luchttoevoer te
stoppen.
– Spuitpistool en aanzuigbeker direct na gebruik
altijd reinigen (► Reiniging – p. 89).
Reiniging en onderhoud
Reinigings- en onderhoudsoverzicht
Na elk gebruik
Wat?
Spuitpistool reinigen.
Regelmatig, afhankelijk van het desbetreffende
gebruik
Wat?
Luchtfilter reinigen.
Reiniging
Spuitpistool reinigen
WAARSCHUWING! Risico op letsel!
Geen halogeen-oplosmiddel gebruiken voor
de reiniging, aangezien anders chemische
reacties kunnen ontstaan.
LET OP! Gevaar voor het milieu! Let op
dat het reinigingsmiddel en spuitmiddelres-
ten altijd milieuvriendelijk moeten worden
verwijderd. Let hierbij beslist op de veilig-
heidsinstructies van de verffabrikant.
LET OP! Gevaar voor het milieu! Spuit
het reinigingsmiddel altijd in een gesloten
container, om het reinigingsmiddel op te
vangen en geen onnodige dampen te laten
ontstaan.
LET OP! Risico op schade aan het appa-
raat! Spuitpistool niet in reinigingsmiddel
onderdompelen.
Aanwijzing: Geen silicoonhoudende reini-
gings- of smeermiddelen gebruiken. Sili-
coonhoudende middelen kunnen lak en verf
negatief beïnvloeden.
– Aanzuigbeker uitspoelen en met een geschikt rei-
nigingsmiddel vullen.
– Knijphendel indrukken en spuitpistool goed door-
spuiten.
– Verwijder het opzetspuitstuk (15) (► P. 4, afb. 7).
NL
Hoe?
► Spuitpistool reini-
gen – p. 89
Hoe?
► Luchtfilter reinigen –
p. 90
89
Publicité
