Bediening
Voer vóór het inschakelen controles uit!
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Het appa-
raat mag alleen in bedrijf worden genomen
als bij het controleren geen gebreken gevon-
den zijn. Is een deel defect, dan moet het
absoluut voor het volgende gebruik vervan-
gen worden.
Controleer de veilige toestand van het apparaat:
– Controleer of er zichtbare defecten zijn.
– Controleer of alle onderdelen van het apparaat
stevig zijn gemonteerd.
Bedieningspaneel
► P. 4, afb. 2
Afstandsbediening
► P. 4, afb. 3
Weergave
► P. 6, afb. 1
1. Temperatuur
2. Timer-modus
3. Wekelijkse inschakeling
4. Comfortabele modus
5. Energiezuinig
6. Vorstbeveiliging
7. Openraamdetectie
8. Uitschakeltijd instellen
9. Timer
10. Verwarmd
11. Inschakeltijd instellen
12. Week
13. Kinderbeveiliging
Inschakelen
– Schakel het apparaat in met de aan-/uitschake-
laar aan de zijkant van het apparaat.
– Druk op de toets [ON]
Aanwijzing: De getallen 1-7 op het display
staan voor de weekdagen maandag-zon-
dag.
Aanwijzing: Zonder onderbreking van de
stroomtoevoer worden alle volgende instel-
lingen opgeslagen.
Tijd en dag van de week
– Druk lang op de toets [
• De urenweergave (9) knippert.
– Druk op de toets [+]/[–] om de uren in te stellen.
– Druk lang op de toets [
• De urenweergave (9) knippert.
– Druk op de toets [+]/[–] om de minuten in te stel-
len.
– Druk lang op de toets [
• De weekdagweergave (12) knippert.
– Druk op de toets [+]/[–] om de weekdag in te stel-
len.
Gewenste kamertemperatuur
– Druk op de toets [+]/[–] om de gewenste kamer-
temperatuur in te stellen tussen 10 °C en 49 °C.
].
].
].
• Het symbool [
apparaat verwarmt.
Verwarmingsvermogen
– Druk op de toets [M] om tussen hoog verwar-
mingsvermogen [ ], laag verwarmingsvermo-
gen [ ] en de vorstbeveiligingsmodus om te
schakelen.
Vorstbeveiligingsmodus
Wanneer de modus Vorstbeveiliging is ingeschakeld
en de omgevingstemperatuur lager is dan 5 °C, gaat
de verwarming automatisch aan op laag verwar-
mingsvermogen totdat de omgevingstemperatuur 9
°C is. Daarna schakelt het apparaat weer naar de
stand-bymodus.
Kinderbeveiliging
– Druk gelijktijdig op de toetsen [+] en [−] gedu-
rende 3 seconden om de kinderbeveiliging in te
schakelen.
• Het symbool [ ] in het display geeft aan dat de
kinderbeveiliging is ingeschakeld.
– Wanneer u de kinderbeveiliging wilt annuleren,
drukt u 3 seconden lang gelijktijdig op de toet-
sen [+] en [−].
• Het symbool [ ] in het display dooft.
Timerfunctie
U kunt een tijd instellen waarna het apparaat automa-
tisch wordt uitgeschakeld.
– Druk op de toets [
ren.
– Druk opnieuw op de toets [
pen van een uur in te stellen.
Automatische functie
U kunt voor elke weekdag zes periodes instellen
waarin het apparaat moet verwarmen.
– Druk lang op de toets [Prog] om de automatische
functie te activeren.
– Druk op de toets [
• De weekdagweergave (12) knippert
– Druk op de toets [+]/[–] om de te bewerken week-
dag te selecteren.
– Druk op de toets [
• De weergave voor de kamertemperatuur (1) knip-
pert.
– Druk op de toets [+]/[–] om een van de periodes
1-6 te selecteren.
– Druk op de toets [
• De urenweergave (9) knippert en het sym-
bool [►] geeft aan dat de inschakeltijd wordt
bewerkt.
– Druk op de toets [+]/[–] om de uren in te stellen
– Druk op de toets [
• De urenweergave (9) knippert.
– Druk op de toets [+]/[–] om de minuten in stappen
van 10 minuten in te stellen.
– Druk op de toets [
• De urenweergave (9) knippert en het symbool [■]
geeft aan dat de uitschakeltijd wordt bewerkt.
– Druk op de toets [+]/[–] om de uren in te stellen
– Druk op de toets [
• De urenweergave (9) knippert.
NL
] (10) geeft aan wanneer het
] om de timerfunctie te active-
] om de tijd in stap-
].
].
].
].
].
].
67