• Druk om de laser
de aan-/uitschakelaar voor de laser
Overbelastingsbeveiliging
(Afbeelding 1)
De machine is uitgerust met een overbelastings-
beveiliging. De overbelastingsindicator
geeft de bedrijfstoestand van de machine aan.
De overbelastingsindicator
machine nadert de belastingslimiet – verminder
de vooruitstuwende kracht. De overbelastings-
indicator
brandt constant: de machine werd
15
overbelast of geblokkeerd. – de machine schakelt
uit. Schakel de machine in dit geval uit en laat
de machine afkoelen voordat u hem weer in
gebruik neemt.
Gebruik
Let op! Voer altijd eerst een testzaagsnede
uit op een reststuk!
• Klem kleine stukken hout voor het bewerken
stevig in. Houd ze nooit met de hand vast.
• Volg de veiligheidsvoorschriften onvoorwaar-
delijk op! Draag een veiligheidsbril!
• Stel de zaagdiepte in.
• Pak de machine vast en let erop dat er geen
ventilatieopeningen worden afgedekt.
• Schakel de machine in en wacht enkele
seconden, tot het gereedschap het maximale
toerental heeft bereikt.
• Het afvalstuk dient zich aan de rechter, dan
wel de linker kant van de machine te bevinden,
waarbij het brede deel van de steuntafel over
het gehele vlak wordt ondersteund.
• De bodemplaat dient altijd vlak op het werk-
stuk te liggen.
• Zet de bodemplaat tot aan de markering
op het werkstuk
• Druk de bedieningsknop voor beschermkap
in en laat het gereedschap langzaam
12
in het werkstuk inschuiven of eventueel
invallen.
• Druk de machine vooruit door het werkstuk.
Nooit achteruit!
• Oefen bij het werken maar weinig kracht uit
op de machine.
• Geleid, wanneer volgens een vooraf getekende
lijn wordt gezaagd, de machine langs de
overeenkomstige inkeping.
• Verminder wanneer de overbelastingsindicator
knippert de snelheid.
15
NL - Originele gebruiksaanwijzing
uit te schakelen weer op
9
11
knippert: de
15
• Als de machine stopt en de overbelastings-
.
indicator
overbelastingsbeveiliging van de machine
geactiveerd. Redenen: voorwaartse beweging
te snel of een obstakel in het werkstuk.
Schakel in dit geval de machine uit en
controleer het werkstuk. Ga door met
15
vertraagde voorwaartse beweging.
Lijnzaagsneden
Een getekende lijn kan met behulp van de
aflezers
8
de beschermkap aangebracht zijn, gemakkelijk
worden gevolgd. Voor nauwkeurig werken
moet de verplaatsing van de zaagsnede ten
opzichte van de hulplijn worden vastgesteld
door het uitvoeren van een proefzaagsnede.
De ideale plaats van de zaagsnede dient daarna
te worden gerealiseerd door het verplaatsen
van de hulplijn naar de doellijn.
Bewerken van grotere werkstukken
Voor het bewerken van grotere werkstukken
of het zagen van rechte kanten:
• Klem een plank of lat met schroefklemmen
op het werkstuk als aanslag.
• Geleid de linkerkant van de bodemplaat
langs de aanslag
Invalzaagsneden (Afbeelding 1)
Aanwijzing: Enkele zeer harde materialen zijn
niet geschikt voor invalzaagsneden.
• Plaats de bodemplaat op het werkstuk. Let
erop dat de achterste, zijdelingse dieptemar-
kering (6) zich ter hoogte van het begin van
de zaagsnede bevindt.
• Schakel de machine in en laat hem twee
6
seconden draaien, totdat het gereedschap
zijn maximale toerental heeft bereikt.
• Laat het gereedschap dan langzaam, maar
met lichte druk, in het werkstukof zakken.
Schuif de machine vooruit door het werkstuk.
• Wanneer u het eind van de zaagsnede
bereikt, schakel dan de machine weer uit en
trek hem uit het werkstuk.
Snijden van tegels
• Plakband of isolatieband op het werkstuk
vergemakkelijkt het werken en voorkomt
krassen op het werkstuk.
brandt constant, dan is de
15
, die aan de voor- en achterzijde op
15