nl
11 Koelvak ................................... 115
11.1 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het koel-
vak ........................................ 115
11.2 Koudezones in het koelvak .. 116
11.3 Sticker "OK".......................... 116
12 Vriesvak .................................. 116
12.1 Invriescapaciteit.................... 116
12.2 Vriesvakvolume volledig
gebruiken ............................. 116
12.3 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het vries-
vak ........................................ 117
12.4 Tips voor het bevriezen van
verse levensmiddelen........... 117
12.5 Houdbaarheid van de diep-
vrieswaren bij −18 °C .......... 117
12.6 Ontdooimethodes voor
diepvrieswaren ..................... 117
13 Ontdooien ............................... 118
13.1 Ontdooien in het koelvak. .... 118
13.2 Ontdooien in het vriesvak .... 118
14 Reiniging en onderhoud ........ 118
14.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging........................ 118
14.2 Apparaat schoonmaken ....... 119
14.3 De dooiwatergoot en het af-
voergat reinigen.................... 119
14.4 Onderdelen eruit halen......... 119
14.5 Apparaatonderdelen de-
monteren .............................. 120
15 Storingen verhelpen .............. 121
15.1 Stroomuitval.......................... 123
16 Opslaan en afvoeren.............. 123
16.1 Apparaat buiten gebruik
stellen ................................... 123
16.2 Afvoeren van uw oude ap-
paraat ................................... 123
98
17 Servicedienst.......................... 124
17.1 Productnummer (E-Nr.),
productienummer (FD) en
volgnummer (Z-Nr.) ............. 124
18 Technische gegevens............ 124
18.1 Informatie over vrije softwa-
re en opensourcesoftware .. 125
19 Conformiteitsverklaring......... 125