Uitsnijdingen
U kunt uitsnijdingen maken op de volgende twee manie-
ren: "Een begingat boren" of een "Invalzaagsnede".
Een begingat boren
Voor uitsnijdingen midden in een werkstuk zonder in te
zagen vanaf de rand, boort u vooraf een gat met een
diameter van 12 mm of meer. Steek het decoupeer-
zaagblad in dit gat voordat u begint te zagen.
► Fig.21
Invalzaagsnede
U hoeft geen begingat te boren of vanaf de rand in te
zagen als u voorzichtig als volgt te werk gaat.
► Fig.22
1.
Kantel het gereedschap op de voorrand van de
zool met de punt van het decoupeerzaagblad vlak
boven het oppervlak van het werkstuk.
2.
Oefen druk uit op het gereedschap zodat de
voorrand van de zool niet beweegt wanneer u het
gereedschap inschakelt, en laat de achterkant van het
gereedschap voorzichtig zakken.
Naarmate het decoupeerzaagblad het werkstuk
3.
doorboort, laat u de zool van het gereedschap lang-
zaam zakken tot op het oppervlak van het werkstuk.
4.
Maak de zaagsnede op de normale manier af.
Randen afwerken
Om randen af te werken of afmetingen iets bij te zagen,
beweegt u het decoupeerzaagblad licht langs de reeds
gezaagde randen van het werkstuk.
► Fig.23
Zagen van metaal
Gebruik voor zagen in metaal altijd een geschikt koelmiddel
(snijolie). Als u dat niet doet, zal het decoupeerzaagblad sterk
slijten. De onderkant van het werkstuk kan met vet worden
ingesmeerd in plaats van een koelvloeistof te gebruiken.
Breedtegeleider
Optioneel accessoire
LET OP:
Zorg er altijd voor dat het gereed-
schap is uitgeschakeld en de accu is verwijderd,
voordat u accessoires aanbrengt of verwijdert.
Rechte zaagsneden
Als u herhaaldelijk een breedte van minder dan 160 mm
moet afzagen, kunt u door de breedtegeleider te gebrui-
ken snel, schoon en recht zagen.
► Fig.24: 1. Breedtegeleider (liniaal)
Om hem aan te brengen steekt u de breedtegeleider in
de rechthoekige opening in de zijkant van de zool met
de geleider omlaag gericht. Schuif de breedtegeleider
naar de gewenste zaagbreedte en draai daarna de bout
vast om hem vast te zetten.
► Fig.25: 1. Inbussleutel 2. Bout 3. Geleider
4. Breedtegeleider (liniaal)
Gebogen zaagsneden
Als u cirkels of bogen met een straal van 170 mm of
minder wilt zagen, brengt u de breedtegeleider als volgt
aan.
► Fig.26: 1. Breedtegeleider (liniaal)
LET OP:
Raak de punt van de cirkelgeleider-
pen niet aan. De scherpe punt van de cirkelgeleider-
pen kan letsel veroorzaken.
Steek de breedtegeleider in de rechthoekige ope-
1.
ning in de zijkant van de zool met de geleider omhoog
gericht.
2.
Steek de cirkelgeleidepen in een van de twee
gaten in de geleider. Draai de knop met schroefdraad
op de cirkelgeleiderpen om de cirkelgeleiderpen te
bevestigen.
► Fig.27: 1. Knop met schroefdraad 2. Geleider
3. Breedtegeleider (liniaal)
4. Cirkelgeleiderpen 5. Bout
Schuif de breedtegeleider naar de gewenste
3.
zaagstraal en draai de bout vast om hem vast te zetten.
OPMERKING: Gebruik altijd decoupeerzaagblad nr.
B-17, B-18, B-26 of B-27 voor het zagen van cirkels
of bogen.
Geleiderailadapterset
Optioneel accessoire
Als u een parallelle en uniforme breedte of recht wilt
zagen, kunt u door de geleiderail en geleiderailadapter
te gebruiken snelle en schone zaagsneden produceren.
Om de geleiderailadapter aan te brengen, steekt u de
bevestigingsstang zo ver mogelijk in de rechthoekige
opening aan de zijkant van de zool. Draai de bout stevig
vast met de inbussleutel.
► Fig.28: 1. Inbussleutel 2. Bevestigingsstang 3. Bout
Steek de bevestigingsstang in de rechthoekige opening
in de geleiderailadapter en draai de schroef stevig vast.
Plaats de geleiderailadapter op de geleiderail.
► Fig.29: 1. Geleiderailadapter 2. Geleiderail
3. Schroef
KENNISGEVING:
blad nr. B-8, B-13, B-16, B-17 of 58 wanneer u de
geleiderail en de geleiderailadapter gebruikt.
48 NEDERLANDS
Gebruik altijd decoupeerzaag-