Een opnamefunctie kiezen
Een opnamefunctie kiezen
Draai de functiekeuzeknop en stel
deze in op de gewenste
opnamefunctie.
De volgende opnamefuncties zijn beschikbaar.
(Automatisch.
modus)
(Autom.
programma)
(Diafragmavoorkeuze)
(Sluitertijdvoorkeuze)
(Handm.
belichting)
1/2 (Geheug.nr.
oproep.)
(Scènekeuze)
(Panorama d.
beweg.)
(Film)
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de
instelling automatisch wordt aangepast.
Hiermee kunt u opnemen met de belichting (de sluitertijd en
de diafragmawaarde) automatisch ingesteld. De andere
instellingen kunnen handmatig worden gemaakt.
Neemt op door het diafragma in te stellen en het
scherpstelbereik te veranderen, of door de achtergrond
onscherp te maken.
Past de sluitertijd aan om de beweging van het onderwerp te
benadrukken.
Hiermee kunt u opnemen nadat de belichting handmatig (de
sluitertijd en de diafragmawaarde) met behulp van de
voorste of achterste keuzeknop is ingesteld.
Roept instellingen op die vooraf zijn geregistreerd in
[Geheugen] onder
Biedt u de mogelijkheid opnamen te maken met vooraf
ingestelde instellingen die afhankelijk zijn van de scène.
Hiermee kunt u panoramabeelden opnemen door meerdere
beelden te combineren.
Hiermee kunt u de opname-instellingen veranderen en
bewegende beelden opnemen.
(Camera- instellingen).
NL
NL
45