4. De SCAN-toets loslaten en de gemeten waarde
aflezen. Het einde van de meting wordt met een
geluidssignaal weergegeven. Op het scherm
verschijnt de gemeten temperatuur samen met
een gezichtssymbool (zie afbeelding 4).
5. Een lachend gezicht wijst op een temperatuur
onder 38 °C, terwijl een droevig gezicht,
vergezeld van één lang en aansluitend twee korte
geluidssignalen, op een temperatuur van meer dan
38 °C wijst (zie afbeelding 5 en 6).
6. De temperatuurweergave kan van Celsius worden
omgezet naar Fahrenheit (en omgekeerd). Houd
daarvoor de scanknop ingedrukt en druk dan kort
op de geheugen-knop (Fig. 7 + 8).
7. Op het scherm verschijnt "Lo" of "Hi" wanneer de
gemeten temperatuur buiten het meetbereik ligt
(voor details, zie onder technische specificaties); zie
afbeelding 9 en 10.
8. Op het scherm verschijnt "Err" wanneer de be-
drijfstemperatuur NIET binnen het toegelaten bereik
voor de bedrijfsomgeving ligt (voor details, zie
onder technische specificaties); zie afbeelding 11.
9. Deze thermometer heeft 10 geheugenplaatsen.
De laatste gemeten temperatuur wordt
opgeslagen op geheugenplaats "0", terwijl
eerdere waarden één geheugenplaats worden
opgeschoven (zie afbeelding 12). Voor het
opvragen van de geheugenwaarden drukt
u meermaals op de geheugenknop. De
geheugenplaats wordt links boven aangegeven.
10. Tussen de individuele metingen moet minstens
10 seconden liggen. Dit garandeert een
nauwkeurigere temperatuurberekening.
7