• u
aanraakt
• Er is een fout opgetreden in de kookplaat.
5.10 Stroommanagement
Als er meerdere zones actief zijn en het
verbruikte vermogen de limiet van de
stroomtoevoer overschrijdt, verdeelt deze
functie het beschikbare vermogen tussen alle
kookzones. De kookplaat regelt de warmte-
instellingen om de zekeringen van de
installatie in het huis te beschermen.
• Als de kookplaat de limiet van het
maximaal beschikbare vermogen bereikt
(zie het typeplaatje) wordt het vermogen
van de kookzones automatisch verlaagd.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Pannen
Voor inductiekookzones creëert een sterk
elektromagnetisch veld de hitte in de
pannen zeer snel.
Gebruik de inductiekookzones met geschikte
pannen.
• Om oververhitting te voorkomen en de
prestaties van de zones te verbeteren,
moet het kookgerei zo dik en vlak mogelijk
zijn.
• Zorg ervoor dat bodems schoon en droog
zijn voordat het kookgerei op de kookplaat
worden gezet.
• Let er altijd op dat u het kookgerei niet
schuift of wrijft op de randen en hoeken
van het glas , omdat dit het glasoppervlak
kan beschadigen.
Panmaterialen
• goed: gietijzer, staal, geëmailleerd staal,
roestvrij staal, meerlaagse bodem
(aangemerkt als geschikt door de
fabrikant).
• niet goed: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
12
NEDERLANDS
• De warmte-instelling van de gekozen
kookzone heeft altijd prioriteit. Het
resterende vermogen zal tussen de eerder
geactiveerde kookzones worden verdeeld,
in omgekeerde volgorde van selectie.
• De weergave van de warmte-instelling van
de verlaagde zones wisselt tussen de
aanvankelijk gekozen warmte-instelling en
de verlaagde warmte-instelling.
• Wacht totdat het display stopt met
knipperen of verlaag de opwarmstand van
de geselecteerde kookzone als laatste. De
kookzones blijven werken met de
verlaagde warmte-instelling. Wijzig indien
nodig handmatig de warmte-instellingen
van de kookzones.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand binnen
korte tijd wordt verwarmd,
• een magneet op de onderkant van het
kookgerei plakt.
Afmetingen van pannen
• Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmetingen van pannen aan. Plaats het
kookgerei in het midden van de gekozen
kookzone.
• De efficiëntie van de kookzone hangt
samen met de diameter van de pan.
Gebruik voor een optimale
warmteoverdracht pannen met een
diameter die vergelijkbaar is met de
grootte van een bepaalde kookzone, niet
groter en niet kleiner dan aanbevolen. Om
de aanbevolen diameter van de pannen te
controleren, raadpleeg je "Technische
gegevens" > "Specificatie kookzones".
– Pannen met een diameter kleiner dan
het aangegeven minimum ontvangen
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt opgewekt,
wat resulteert in een langzamere
opwarming.
– Gebruik zowel om veiligheidsredenen
als voor optimale kookresultaten geen
pannen groter dan aangegeven in de
kookzonespecificaties. Zorg ervoor dat