Publicité
10.
REPARATIE
OPERATIONELE
AFWIJKINGEN
De motor wil niet
starten
De vlam gaat niet
aan
De vlam blijft niet
branden
De vlam dooft
tijdens het gebruik
OORZAKEN
Geen stroom (indien
netvoeding)
Batterij bijna leeg (indien
batterijvoeding)
Defecte voeding of batterij
Defecte motor
Lege gasfles
Regelaar veiligheidsklep zit
vast
Kraan gasfles gesloten
Defect ontstekingscircuit
De gasknop is niet lang
genoeg ingedrukt
Defecte verwarming
Onvoldoende gastoevoer
De radiator raakt oververhit
Defecte verwarming
OPLOSSINGEN
1.
Defecte
Controleer het elektriciteitsnet
2. Ondersteuning na verkoop
1.
Laad de batterij op
2. Ondersteuning na verkoop
Ondersteuning na verkoop
Ondersteuning na verkoop
Vervang de gasfles
1. Druk op de gasontlastknop
op de regelaar
2. Ondersteuning na verkoop
Open het ventiel van de gasfles
Ondersteuning na verkoop
Druk langer op de gasknop
Ondersteuning na verkoop
1. Vervang de gasfles
2. Ondersteuning na verkoop
1. Reinig de ontluchter
(achterzijde)
3. Ondersteuning na verkoop
Ondersteuning na verkoop
verwarming
Publicité
