WERKZAAMHEDEN IN DE ZELFNIVELLERINGSMODUS
In zelfnivellerende modus lijnt de laser zichzelf uit binnen een bereik van ± 3 °. Hiervoor
worden een horizontale lijn en twee verticale lijnen geprojecteerd.
1
Plaats de laser op een vaste,
vlakke en trillingsvrije
ondergrond of monteer hem op
een statief.
2
Draai de draaischakelaar naar:
.
De LED voor de lasermodusindicator licht op.
De horizontale laser is geactiveerd.
3
De laser genereert 3 laserlijnen.
(A) horizontale lijn vooruit
(B) verticale lijn opzij
(C) verticale lijn vooruit
(D) Wanneer alle lijnen zijn
geactiveerd, creëert de laser
kruislijnen.
DEUTSCH
NEDERLANDS
1/4" draadbout
5/8" draadbout
D
B
D
A
D
4
Selecteer de
gewenste regels
met de knoppen.
5
Als de laser bij een
actieve zelfnivellering in
het begin niet op ±4° is
uitgelijnd, knipperen de
C
laserlijnen.
Positioneer de laser in
dat geval opnieuw.
6
Draai, voordat u de laser verplaatst,
de draaischakelaar naar
Daardoor wordt de pendel gearrêteerd
en de laser beschermd.
> 4°
> 4°
.
.
80