• Gebruik het artikel niet in het donker of bij
slecht zicht.
• Laat uw kind het artikel niet zonder toezicht
gebruiken; kinderen kunnen de mogelijke
gevaren niet inschatten.
• Bij het gebruik van het artikel is behendigheid
vereist om vallen of botsingen te voorkomen
die tot verwondingen bij de gebruiker of
andere personen kunnen leiden.
• Het artikel mag niet worden gemodificeerd!
• LED niet vervangbaar.
Voorkomen van materiële
schade!
• Vermijd water, olie, kuilen en zeer ruwe
oppervlakken.
Montage (afb. B)
Het artikel wordt in transporttoestand in twee
delen geleverd. Monteer het als volgt:
• Haal het artikel uit de verpakking, druk de
pin in (3) en steek de stuurstang (2) op het
bodemdeel (1) van de Tri-Scooter.
Belangrijk: let erop dat de stuurstang
in het bodemdeel van de Tri-Scooter
vastklikt.
Pas op! Beknellingsgevaar!
Hoogte van de stuurstang
instellen (afb. C)
De stuurstang kan op drie verschillende
hoogten worden ingesteld. Het artikel
mag alleen worden gebruikt wanneer
de arrêteerknop in een van de drie hier-
toe voorziene boorgaten is geklikt en
de T-stang vervolgens met de snelslui-
ting is vergrendeld!
1. Ontgrendel de snelsluiting (4) aan de stuur-
stang (2).
2. Trek de T-stang (5) naar boven totdat de arrê-
teerknop (6) in een van de drie boorgaten (7)
vastklikt.
3. Draai de kartelschroef (8) vast met de hand.
4. Vergrendel de T-stang (5) door de snelslui-
ting (4) vast te zetten.
Aanwijzing: indien de snelsluiting (4) bij
het sluiten niet goed op de stuurstang (2)
past, draait u de kartelschroef (8) stevig
vast met een binnenzeskantsleutel.
Let erop dat de snelsluiting (4) voor het
vastdraaien is vastgezet.
Demontage
Druk de pin (3) aan de achterkant van het
bodemdeel van de Tri-Scooter in en trek de
stuurstang (2) eruit (afb. B).
Gebruik
Rijden
• Zet een voet op de treeplank en zet uzelf met
uw andere been met regelmatige tussenpozen
af om snelheid te maken.
• De Tri-Scooter kan door het stuur te bewegen
of door het gewicht te verplaatsen, of door
een combinatie van beide worden bestuurd.
Onderhoud
Vervangen van de voorste wieltjes
De voorste wieltjes kunnen worden vervangen.
Belangrijk!
Houd de technische gegevens in acht.
Wieltjes die een andere diameter
hebben kunnen de rijeigenschappen
veranderen en onder bepaalde
omstandigheden gevaarlijk zijn voor
de gebruiker. Gebruik geen wieltjes
die niet probleemloos kunnen worden
gemonteerd. Monteer nooit wieltjes
groter dan de oorspronkelijke wieltjes
van het artikel.
De wieltjes zijn aan slijtage onderhevig. Deze
slijtage is afhankelijk van vele factoren, zoals de
ondergrond, de lengte en het gewicht van de ge-
bruiker, de weersomstandigheden, het materiaal
en de hardheid van de wielen. Daarom dienen
de wielen af en toe te worden vervangen.
1. Haal de bouten van de beide voorste wieltjes
los met een passende binnenzeskantsleutel
(niet meegeleverd).
2. Monteer de nieuwe wieltjes en zet deze vast
met de bouten.
NL/BE
11