8.4
Netaansluiting
De netspanning (220-240 V), aangegeven op het typeplaatje, moet overeenstemmen met de
aanwezige netspanning. Afzekering stopcontact: min. 10 A.
▪
Steek de (vrouwelijke) stekker van de kabel op de aansluitstekker van de maaier.
▪
Stop het verlengsnoer (snoer en stekker) doorheen de lusopening en zet het vast rond de
haak van de trekontlaster voor u de stekker aansluit. Dit voorkomt dat het verlengsnoer
tijdens het werken loskomt.
8.5
In- en uitschakelen (Fig. 4)
WAARSCHUWING! Schakel het toestel niet in vóór het volledig gemonteerd
is. Controleer vóór het inschakelen altijd het netsnoer op sporen van
beschadiging. Er mag uitsluitend een onbeschadigde kabel worden gebruikt.
Nota: beschadigde netsnoeren zijn zeer gevaarlijk!
Wanneer u de motor in hoog gras probeert te starten, kan hij oververhitten
en beschadigd raken.
▪
Inschakelen: duw de veiligheidsknop (5) op de combinatieschakelaar eerst in en hou hem
ingedrukt tot u tegelijkertijd aan de schakelaarhendel (6) trekt.
▪
Uitschakelen: laat de schakelaarhendel (6) los.
Nota: leg tijdens het maaien het netsnoer veilig op voetpaden en op gebieden
die reeds gemaaid werden.
WAARSCHUWING! Wanneer de motor wordt uitgeschakeld, draait het mes
nog een paar seconden verder. Raak daarom de onderkant van de maaier
niet aan voordat het mes volledig tot stilstand is gekomen!
8.6
Uw grasveld maaien (Fig. 5)
Kies de maaihoogte die overeenstemt met de gewenste grashoogte. Maai indien nodig in
laagjes zodat er per keer maximaal 4 cm gras wordt afgemaaid.
Zorg ervoor dat u vermijdt om in een looppatroon te lopen waarbij de vrije beweging van de
verlengkabel in het gedrang zou kunnen komen.
Maak de grasopvangbak (2) leeg zodra hij vol zit, om te voorkomen dat de uitwerpopening
verstopt raakt. Zorg ervoor dat u niet over afgemaaid gras rijdt dat op het reeds gemaaide deel
van het grasveld is blijven liggen om verstopping van de uitwerpopening en onnodige
overbelasting van de motor te voorkomen.
We raden u aan om uw maaier te gebruiken zoals hieronder beschreven wordt om optimale
resultaten te bereiken en om het gevaar voor het doorsnijden van de voedingskabel te
verkleinen.
▪
Plaats het grootste deel van de voedingskabel dicht bij het startpunt.
▪
Schakel de maaier in zoals hierboven beschreven werd.
▪
Werk zoals op Fig. 4 getoond wordt.
▪
Rijd van positie 1 naar positie 2.
▪
Draai rechts en rijd naar positie 3.
▪
Draai links en rijd naar positie 4.
▪
Herhaal de bovenstaande stappen volgens de taak het vereist.
Copyright © 2024 VARO
POWEG63703
P a g i n a
| 10
NL
www.varo.com