Hama 00136692 Mode D'emploi page 31

Starthulp-statusledje
Constant U kunt het voertuig nu normaal
groen met de sleutel starten.
Verkeerde verbinding van de
Constant aansluitstekkers. Controleer de
rood startkabel op verkeerde polariteit
a.u.b.
De overspanningsbeveiliging van
Knippe- het apparaat is in werking gesteld
of een te geringe accucapaciteit
rend rood
van het starthulpapparaat.
Diepontlading van de accu, druk
gedurende 3 seconden op de
geen licht BOOST-toets (8) totdat het starthulp-
statusledje (7) groen brandt. Nu kunt
u het voertuig normaal starten.
Waarschuwing
• De volgorde van plus- en minpool moet bij het
aansluiten en loskoppelen absoluut worden
aangehouden.
• Het starthulpapparaat is alleen geschikt
voor het gebruik in combinatie met 12V
auto-accu's.
• Accupoolklemmen mogen niet met elkaar in
contact komen.
Waarschuwing – BOOST-toets
• De BOOST-toets mag uitsluitend worden
gebruikt indien na het aansluiten van het starthul-
papparaat op de auto-accu het statusledje niet
brandt. In andere gevallen mag de BOOST-toets
niet worden gebruikt!
• Bij een ingedrukte boost-toets zijn de accup-
oolklemmen direct met de ingebouwde accu
verbonden en daardoor bestaat er geen polariteit-
somkeringsbeveiliging meer. Bij kortsluiting of
het verkeerd aansluiten van de accupoolklemmen
bestaat er een acuut explosie- en brandgevaar!
• Na een succesvolle startpoging direct het
starthulpapparaat van de auto-accu wegnemen
a.u.b. Hierbij allereerst de zwarte accupoolklem
van de minpool loskoppelen, aansluitend de rode
accupoolklem van de pluspool loskoppelen en als
laatste de startkabel van het starthulpapparaat
loskoppelen.
• Let erop dat er max. 3 startpogingen mogen
worden uitgevoerd. Iedere startpoging mag max.
5 seconden duren. Tussen de startpogingen
minimaal 10 seconden wachten. Indien na 3 start-
pogingen de automotor nog niet vanzelf loopt,
stopt u definitief met de startpoging.
• Het is dan voor de hand liggend dat het voertuig
een defect heeft dat de startpoging doet mislukken.
Laat uw auto door een garage controleren a.u.b.
6. Power-Pack
6.1 Opladen van het Power-Pack
• Controleer dat uw mobiele eindapparaat met
5V/2A kan worden opgeladen.
• Laad het apparaat voor de ingebruikname op. Ver-
bind daarvoor de meegeleverde micro-USB-kabel
met de USB-ingang (2) van het starthulpapparaat
en een geschikte USB-oplader met min. 5V/2A
(niet bij de levering inbegrepen).
• Als alternatief kunt u de meegeleverde 12V
USB-oplader voor in de auto gebruiken voor het
opladen via de aansluiting voor de sigarettenaan-
steker van uw voertuig.
• Het opladen start en eindigt automatisch.
Aanwijzing
Laat het apparaat tijdens het opladen niet geduren-
de langere tijd onbewaakt achter.
6.2 Opladen van eindapparaten
• Verbind de meegeleverde micro-USB-kabel met de
USB-uitgang (4) van het starthulpapparaat en met
de micro-USB-aansluiting van uw eindapparaat
(smartphone, tablet, enz.)
• Soms kan het voorkomen dat de meegeleverde
USB-kabel niet geschikt is voor de USB-aansluiting
van het eindapparaat.
29