•
Het duurt ongeveer 5 minuten voordat het koelen wordt gestart.
•
Druk op de knop voor de ventilatorsnelheid om de luchtstroom
aan te passen.
Ontvochtigen
•
Druk op de modusknop tot het lampje voor ontvochtiging begint
te knipperen.
•
De temperatuur wordt automatisch geselecteerd.
•
De ventilatorsnelheid wordt automatisch geselecteerd.
De timer instellen
Inschakeltijd van timer instellen
•
Wanneer de airconditioner is uitgeschakeld, drukt u op de
timerknop en selecteert u de gewenste inschakeltijd met behulp
van de temperatuurknoppen.
•
De inschakeltijd kan worden ingesteld tussen 0 en 24 uur.
Uitschakeltijd van timer instellen
•
Wanneer de airconditioner is ingeschakeld, drukt u op de
timerknop en selecteert u de gewenste uitschakeltijd met behulp
van de temperatuurknoppen.
•
De uitschakeltijd kan worden ingesteld tussen 0 en 24 uur.
Afvoer
•
Wanneer u het apparaat lange tijd hebt gebruikt en voordat u het
opslaat, moet u het opgehoopte water afvoeren. Bereid een
geschikte locatie of bak voor om het water op te vangen.
Verwijder vervolgens de rubberen stop uit het afvoergat aan de
onderkant van het apparaat. Het water loopt nu uit het apparaat.
Als er geen water meer uit het apparaat loopt, kunt u de
afvoerstop aanbrengen.
Alarmfunctie voor vol intern waterreservoir
•
Het waterreservoir in de airconditioner is uitgerust met een
veiligheidsschakelaar om het waterpeil te controleren. Wanneer
het waterpeil een verwachte hoogte bereikt, gaat er een lampje
branden om aan te geven dat het waterreservoir vol is. Voer de
bovenstaande stappen uit om het water af te voeren.
INSTALLATIE
•
De airconditioner moet op een vlak en stabiel oppervlak worden
geïnstalleerd. Blokkeer de luchtuitlaat niet en houd minstens
30 cm ruimte vrij rond het apparaat.
•
De bedrading moet voldoen aan de lokale
veiligheidsvoorschriften voor elektriciteit.
Gebruiksaanwijzing
NL
21