Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
3. Zet de contactsleutel in stand "I" (A) en trap het
pedaal voor achteruitrijden in. De bladen moet
stoppen wanneer u het pedaal voor achteruitrijden
intrapt.
A
4. Ontkoppel het maaidek.
5. Zet de contactschakelaar met het achteruitrijsysteem
geactiveerd in stand (B).
6. Schakel het maaidek weer in.
7. Zet de contactsleutel in de stand voor ingeschakeld
achteruitrijsysteem en trap het pedaal voor
achteruitrijden in. De bladen mogen niet stoppen
wanneer u het pedaal voor achteruitrijden intrapt.
Bedrijfsomstandigheden
•
De motor kan alleen worden gestart als de
aandrijving van de bladen is uitgeschakeld.
•
De rijmodus kan alleen worden gestart wanneer het
pedaal voor vooruit en het pedaal voor achteruit
rijden in de neutrale stand staan.
•
De rijmodus kan alleen worden gestart wanneer de
elektrische parkeerrem is ingeschakeld.
•
Het product kan alleen achteruit rijden met
ingeschakeld maaidek als het achteruitrijsysteem is
ingeschakeld.
•
De aandrijving van de messen kan alleen werken als
de bestuurder op de stoel zit.
•
De aandrijving van de bladen kan alleen werken
als de grasopvangbak of een ander accessoire is
aangebracht.
De bedrijfsvoorwaarden controleren
Controleer de bedrijfsvoorwaarden dagelijks.
1. Controleer of u de rijmodus niet kunt starten
wanneer de aandrijving van de bladen is
ingeschakeld.
2. Controleer of u de rijmodus niet kunt starten terwijl u
het pedaal voor vooruit of het pedaal voor achteruit
rijden intrapt.
3. Controleer of u de rijmodus niet kunt starten
wanneer de elektrische parkeerrem is uitgeschakeld.
4. Controleer of de aandrijving van de bladen stopt als
het maaidek is ingeschakeld en u opstaat van de
stoel.
2192 - 002 - 17.05.2024
B
5. Verwijder de grasopvangbak en andere accessoires
en probeer de aandrijving van de bladen te starten.
De aandrijving van de bladen mag niet kunnen
starten.
6. Controleer het achteruitrijsysteem (ROS). Zie
Reverse Operating System (ROS) controleren op
pagina 98 .
Het pedaal voor vooruit rijden en het pedaal voor
achteruit rijden controleren
1. Start het product. Raadpleeg
pagina 108 .
2. Zorg dat de pedaal voor vooruit rijden en de pedaal
voor achteruit rijden niet geblokkeerd zijn en over de
gehele pedaalslag kunnen worden bediend.
3. Druk het pedaal voor vooruitrijden langzaam in om
vooruit te rijden.
4. Laat het pedaal voor vooruit rijden los om de
machine te laten remmen. Controleer of de rem
aangrijpt wanneer u het pedaal voor vooruitrijden
loslaat.
Let op:
Het product heeft een automatische
rem die wordt ingeschakeld wanneer u de pedalen
loslaat.
5. Voer dezelfde procedure uit voor het pedaal voor
achteruit rijden.
6. Controleer of het product niet gaat rijden als de
pedalen in de neutrale positie staan.
Parkeerrem
WAARSCHUWING:
parkeerrem niet werkt, kan het product
beginnen te bewegen en daardoor letsel
of schade veroorzaken. Inspecteer de
parkeerrem regelmatig en stel deze af indien
nodig.
Parkeerrem op pagina 107 .
Zie
Waarschuwingsindicator op het display
OPGELET:
waarschuwingslampje op het display gaat
branden, stopt u het product en raadpleegt
Probleemoplossing op pagina 120 .
u
Het
Product starten op
Als de
Als het
99
Publicité
