5. Gebruiksduur instellen
Zet de draaiknop
om de gebruiksduur in te stellen.
6
De gebruiksduur wordt getoond. Stel deze met de draaiknop
ter bevestiging op de knop
6. Interval/pauze instellen
Zet de draaiknop
om de instelling te bevestigen.
6
Volg de stappen 4 en 5 uit het onderdeel 'Nieuw programma voor automa-
tische beregening'.
7. Daginstelling instellen
Zet de draaiknop
daginstelling uit te voeren.
Volg de stappen 6 en 8 uit het onderdeel 'Nieuw programma voor automa-
tische beregening'.
8. Nadat alles is ingevoerd, zet u de draaiknop
knop
ter bevestiging.
6
68 NL/BE
op de Gebruiksduur
5
.
6
in de stand Interval|pauze en druk op de knop
5
op Daginstelling en druk op de knop
5
en druk op de knop
22
5
op OK en drukt u op de
5
in en druk
om de
6