6. Bluetooth
-verbinding (pairing)
®
Aanwijzing – pairing
• Controleer of uw eindapparaat met Bluetooth
geactiveerd
• Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw eindapparaat
De oortelefoons en het eindapparaat mogen niet meer dan 1 meter van elkaar verwijderd zijn Hoe
kleiner de afstand, hoe beter
Zorg ervoor dat de oortelefoons zijn ingeschakeld
1
Controleer de status van de status-led (3) en de indicaties:
„Pairing"
white
„Connected"
white
-functie is ingeschakeld en of de Bluetooth
®
Wanneer een status-led (3) snel knippert en de andere
status-led (3) langzaam knippert:
de oortelefoons zoeken naar een Bluetooth
Als de status-leds (3) om de 10 seconden knipperen:
de oortelefoons zijn al met een Bluetooth
-functie is
®
-verbinding
®
-apparaat verbonden
®
75