10.5 DIODE EN CONTINUÏTEITSTEST
Voer geen diode- of continuïteitsmetingen uit in circuits waarop
spanning aanwezig is. Zorg ervoor condensatoren in het circuit
volledig ontladen zijn.
Zet de draaischakelaar in de "
1.
draaischakelaar in de " " positie voor continuïteitsmetingen.
2.
Sluit het rode meetsnoer aan op de "V"-bus en het zwarte meetsnoer
op de "COM"-bus.
3.
Voor diodemeting, sluit het rode meetsnoer aan op de anode van de
diode en het zwarte meetsnoer op de kathode van de diode. Het
voorwaartse spanningsval van de diode wordt op de display
weergegeven.
Voor continuïteitsmeting, sluit de meetsnoeren aan op de twee punten
van het circuit dat u wilt meten. De ingebouwde zoemer weerklinkt als
er continuïteit is
10.6 CONTACTLOZE AC-METING
Zelfs al weerklinkt de zoemer niet, kan er een spanning aanwezig
zijn. Vertrouw niet enkel op contactloze spanningsmetingen.
1.
Zet de draaischakelaar in de "NCV" positie.
2.
Houd de sensor bij de te meten bron. De ingebouwde zoemer
weerklinkt bij een aanwezige spanning van ≥ 90 V AC rms.
10.7 DATAHOLDFUNCTIE
Druk op "HOLD" om de uitgelezen waarde te vergrendelen. Druk nogmaals
om te verlaten.
10.8 ACHTERGRONDVERLICHTING
Houd " " gedurende 2 seconden ingedrukt om de achtergrondverlichting in
of uit te schakelen. De achtergrondverlichting wordt automatisch
uitgeschakeld.
11. Batterijen en zekeringen vervangen
WAARSCHUWING: Om elektrische schokken te vermijden,
ontkoppel altijd de meetsnoeren alvorens de behuizing te openen.
Om brand te voorkomen gebruik enkel zekeringen met dezelfde
specificaties zoals aangegeven in de handleiding.
Opmerking: zie waarschuwing op de achterkant van het toestel
V. 01 – 06/08/2018
DVM856
" positie voor diodemetingen. Zet de
24
©Velleman nv