TIJD EN TEMPERATUUR
• Desgewenst kunt u ook de temperatuur- en tijdinstellingen
wijzigen met behulp van de tijd- en temperatuurkeuzes.
VOORAF INGESTELDE PROGRAMMA'S
• Dit apparaat heeft 8 vooraf ingestelde programma's.
• Om een programma te kiezen, drukt u op de
programmakiezer.
• Door de aan/uit-knop (5) te selecteren start het
kookproces.
• Desgewenst kunt u ook de temperatuur- en tijdinstellingen
voor de vooraf ingestelde programma's wijzigen met
behulp van de betreffende pictogrammen (4 en 2).
• Met de temperatuurkeuzetoetsen kunt u de
baktemperatuur met 5 ºC per keer verhogen of verlagen.
Houd de knop ingedrukt om de temperatuur snel te
veranderen. Het temperatuurbereik is: 80ºC 200 ºC.
• Met de keuzeknoppen voor de tijd kunt u de kooktijd één
minuut per keer verhogen of verlagen. Houd de knop
ingedrukt om de tijd snel te veranderen.
• De friteuse piept enkele malen wanneer de kooktijd is
afgelopen en schakelt automatisch uit.
• Controleer of het eten gaar is.
• Als dat niet het geval is, hoeft u de container alleen
maar terug in de friteuse te plaatsen en de timer te
programmeren om nog een paar minuten te koken.
• VOORZICHTIGHEID: De koekenpan en het eten zullen
erg HEET zijn.
• Plaats de koekenpan op een effen oppervlak dat bestand
is tegen hoge temperaturen.
• Sommige ingrediënten moeten halverwege de
bereidingstijd worden geschud. Om de ingrediënten te
schudden, trekt u de koekenpan aan het handvat uit het
apparaat en schudt u hem. Schuif dan de koekenpan
terug in de friteuse.
VERDELER ACCESSOIRE
• Deze friteuse wordt geleverd met een verdeelaccessoire.
• Met het verdeelaccessoire kunt u twee verschillende
soorten voedsel tegelijk bereiden zonder smaken te
mengen.
• Om de verdeler te gebruiken, plaatst u deze in het
midden van de pan (Fig. 1) voordat u de ingrediënten
toevoegt.
ALS U KLAAR BENT MET HET GEBRUIK VAN HET
APPARAATFR
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
• Laat het afkoelen.
• Maak het apparaat schoon zoals uitgelegd in het
hoofdstuk "Reiniging
REINIGING
• Koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet en laat
het afkoelen voordat u begint met schoonmaken.
• Reinig het apparaat met een vochtige doek met een paar
druppels afwasmiddel en droog het daarna af.
• Gebruik geen oplosmiddelen of producten met een zure
of basische pH, zoals bleekmiddel of schuurmiddelen, om
het apparaat te reinigen.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of een andere
vloeistof en plaats het nooit onder stromend water.
• Het is raadzaam het apparaat regelmatig te reinigen en
eventueel achtergebleven etenswaren te verwijderen.
• Als het apparaat niet in goede staat verkeert, kan het
oppervlak verslechteren en onverbiddelijk van invloed zijn
op de levensduur van het apparaat en kan het onveilig
worden om te gebruiken.
• De volgende onderdelen kunnen in de vaatwasser (met
een zacht reinigingsprogramma) of in een sopje van
warm water worden afgewassen:
- Bakje met antiaanbaklaag
- Verdeelaccessoire
• De afvoer/droogstand van de artikelen die in de
vaatwasser of in de gootsteen kunnen worden
afgewassen, moet zodanig zijn dat het water gemakkelijk
wegloopt.
• Droog vervolgens alle onderdelen voordat u ze in elkaar
zet en opbergt.