De ventilatieopeningen moeten zo worden geplaatst dat ze niet kunnen geblokkeerd of belemmerd
worden. Ideaal moet het ook zo geplaatst worden dat het onwaarschijnlijk is dat het een koude tocht
veroorzaakt. Het mag niet in de schouw worden geplaatst.
7.3
Het rookkanaal
De kachel moet worden aangesloten op een geschikt en efficiënt rookkanaal, zodat de
verbrandingsproducten (dampen) van de kachel naar de buitenlucht worden afgevoerd.
Voor een goede opwaartse trek is het belangrijk dat de rookgassen warm worden gehouden en dat de grootte
van het rookkanaal past bij de kachel. Het uiteinde van de uitlaat aan de bovenkant van het rookkanaal moet
ook voldoen aan de bouwvoorschriften. De minimale effectieve hoogte van het rookkanaal moet minstens
4,5 meter zijn vanaf de bovenkant van de kachel tot de bovenkant van de rookgasafvoer.
De trek van een schoorsteen/rookkanaal kan variëren bij verschillende weersomstandigheden en de klant
moet hiervan op de hoogte worden gesteld. Als een te grote trek niet wordt gecorrigeerd, vervalt de garantie.
Een schoorsteen kan aan de voorschriften voldoen, maar toch onderhevig zijn aan tocht en soortgelijke
problemen.
Veel problemen met kachels vinden hun oorzaak in slecht werkende schouwen. Daarom enkele tips:
•
Een rond kanaal heeft de voorkeur (minder wrijving)
•
De diameter van de schouw mag nooit kleiner zijn dan deze van het toestel
•
De monding van de schoorsteen dient vrij te zijn van hindernissen, alsook schoon en gasdicht.
•
De schoorsteen dient zo verticaal als mogelijk te zijn met een minimum aan bochten. Afwijkingen mogen
maximaal 45 graden zijn.
•
De schoorsteen mag geen valse lucht aanvoeren. Let op gesloten schoorsteenschuiven en
reinigingsopeningen in de kelder of op het dak!
•
De schoorsteen mag niet aangesloten zijn op een gedeeld afvoersysteem – dit remt de opwaartse druk.
Raadpleeg uw schoorsteenspecialist!
•
De schoorsteenaansluitingen van verschillende stookplaatsen mogen niet tegenover elkaar resp. op
dezelfde hoogte liggen, eveneens om te vermijden dat verbrandingsgassen niet afgevoerd worden. Twee
aansluitingen van rookafvoerbuizen moeten minstens 30 cm, in de hoogterichting, van elkaar verwijderd
zijn.
Voor de details betreffende de schoorstenen verwijzen wij u door naar de respectievelijke normen waaraan
de schoorstenen dienen te voldoen.
7.4
Aansluiten van de kachel op het rookkanaal
De kachel dient aangesloten te worden op een geschikt individueel rookgaskanaal, geschikt voor hout
gestookte toestellen.
11