Inhoudsopgave
Veiligheid....................................... 83
Algemene aanwijzingen ................. 83
Bestemming van het apparaat ....... 83
Inperking van de gebruikers .......... 83
Veiliger transport ............................ 84
Veilige installatie............................. 84
Veilig gebruik.................................. 85
Beschadigd apparaat..................... 87
Het voorkomen van materiële
schade ........................................... 89
Milieubescherming en bespa-
ring................................................. 89
Afvoeren van de verpakking .......... 89
Energie besparen ........................... 89
Opstellen en aansluiten ................ 90
Leveringsomvang ........................... 90
Apparaat opstellen en aanslui-
ten................................................... 90
Criteria voor de opstellocatie ......... 90
Het apparaat voor het eerste ge-
bruik voorbereiden ......................... 91
Apparaat elektrisch aansluiten....... 91
Uw apparaat leren kennen............ 91
Apparaat......................................... 91
Bedieningspaneel........................... 92
Uitrusting....................................... 92
Legplateau...................................... 92
Snacklade....................................... 92
Groente- en fruitlade....................... 92
Deurrekken ..................................... 92
Accessoires .................................... 92
De Bediening in essentie.............. 93
Apparaat inschakelen..................... 93
Opmerkingen bij het gebruik ......... 93
Machine uitschakelen..................... 93
Temperatuur instellen..................... 93
Extra functies ................................ 93
Super-functie .................................. 93
Alarm.............................................. 94
Deuralarm....................................... 94
Koelvak .......................................... 94
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het koelvak.......... 94
Koudezones in het koelvak ............ 94
Sticker "OK".................................... 95
Vriesvak ......................................... 95
Invriescapaciteit.............................. 95
Vriesvakvolume volledig gebrui-
ken.................................................. 95
Tips voor het inkopen van diep-
vrieskost ......................................... 95
Tips voor het bewaren van le-
vensmiddelen in het vriesvak......... 96
Tips voor het bevriezen van ver-
se levensmiddelen ......................... 96
Houdbaarheid van de diepvries-
waren bij −18 °C ............................ 96
Ontdooimethodes voor diep-
vrieswaren ...................................... 97
Ontdooien ...................................... 97
Ontdooien in het koelvak. .............. 97
Ontdooien in het vriesvak .............. 97
Reiniging en onderhoud ............... 98
Apparaat voorbereiden voor rei-
niging.............................................. 98
Apparaat schoonmaken ................. 98
De dooiwatergoot en het afvoer-
gat reinigen. ................................... 99
Onderdelen eruit halen .................. 99
Storingen verhelpen ................... 100
Functiestoringen ........................... 100
Apparaatzelftest uitvoeren............ 102
nl
81