NEFF KI1413DD1 Manuel D'utilisation page 67

Raadpleeg de Digitale Gebruikersgids voor
meer informatie.
Inhoudsopgave
1 Veiligheid................................... 69
1.1 Algemene aanwijzingen .......... 69
1.2 Bestemming van het appa-
raat .......................................... 69
1.3 Inperking van de gebruikers ... 69
1.4 Veiliger transport ..................... 69
1.5 Veilige installatie...................... 70
1.6 Veilig gebruik........................... 71
1.7 Beschadigd apparaat.............. 73
2 Het voorkomen van materiële
schade ....................................... 74
3 Milieubescherming en bespa-
ring............................................. 74
3.1 Afvoeren van de verpakking ... 74
3.2 Energie besparen .................... 74
4 Opstellen en aansluiten ............ 75
4.1 Leveringsomvang .................... 75
4.2 Criteria voor de opstellocatie .. 75
4.3 Apparaat monteren ................. 76
4.4 Het apparaat voor het eerste
gebruik voorbereiden .............. 76
4.5 Apparaat elektrisch aanslui-
ten............................................ 76
5 Uw apparaat leren kennen........ 76
5.1 Apparaat.................................. 76
5.2 Bedieningspaneel.................... 76
6 Uitrusting................................... 77
6.1 Legplateau............................... 77
6.2 Flessenrek ............................... 77
6.3 Fruit- en groentelade met
vochtigheidsregelaar ............... 77
6.4 Boter- en kaasvak ................... 77
6.5 Deurrekken .............................. 78
6.6 Accessoires ............................. 78
7 De Bediening in essentie.......... 78
7.1 Apparaat inschakelen.............. 78
7.2 Opmerkingen bij het gebruik .. 78
7.3 Machine uitschakelen.............. 78
7.4 Temperatuur instellen.............. 78
8 Extra functies ............................ 78
8.1 Superkoelen ........................... 78
9 Alarm.......................................... 79
9.1 Deuralarm................................ 79
10 Koelvak .................................... 79
10.1 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het koel-
vak ......................................... 79
10.2 Koudezones in het koelvak ... 79
10.3 Sticker "OK"........................... 80
11 Ontdooien ................................ 80
11.1 Ontdooien in het koelvak. ..... 80
12 Reiniging en onderhoud ......... 80
12.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging......................... 80
12.2 Apparaat schoonmaken ........ 80
12.3 De dooiwatergoot en het af-
voergat reinigen..................... 81
12.4 Onderdelen eruit halen.......... 81
13 Storingen verhelpen ............... 82
13.1 Apparaatzelftest uitvoeren..... 84
nl
67