25. Zorg er altijd voor dat u stevig staat. Zorg ervoor
dat er niemand zich onder u bevindt wanneer u
het gereedschap op een hoge plaats gebruikt.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van com-
fort en bekendheid met het gereedschap (na veelvul-
dig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften
van het betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de vei-
ligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstige verwondingen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
VOOR ACCU'S
1.
Alvorens de accu in gebruik te nemen, leest u
eerst alle instructies en waarschuwingsopschrif-
ten op (1) de acculader, (2) de accu en (3) het
apparaat waarin de accu wordt aangebracht.
2.
Haal de accu niet uit elkaar.
3.
Als de gebruikstijd aanzienlijk korter is gewor-
den, stopt u onmiddellijk met het gebruik.
Anders kan dit leiden tot kans op oververhitting,
mogelijke brandwonden en zelfs een explosie.
4.
Als de elektrolyt in uw ogen komt, wast u deze
uit met schoon water en raadpleegt u onmiddel-
lijk een arts. Dit kan leiden tot verlies van
gezichtsvermogen.
5.
Sluit de accu niet kort:
(1) Raak de accupolen niet aan met enig gelei-
dend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet op een plaats waar deze
in aanraking kan komen met andere metalen
voorwerpen, zoals spijkers, munten, enz.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan leiden tot een hoge
stroomsterkte, oververhitting, mogelijke brand-
wonden en zelfs een defect.
6.
Berg het gereedschap en de accu niet op plaat-
sen op waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
7.
Werp de accu niet in een vuur, zelfs niet als deze
al ernstig beschadigd of helemaal versleten is.
De accu kan in een vuur exploderen.
8.
Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen of
ergens tegenaan stoot.
9.
Gebruik nooit een beschadigde accu.
10. Volg bij het wegwerpen van de accu de plaatse-
lijk geldende voorschriften.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
Tips voor een lange levensduur van de accu
1.
Laad de accu op voordat deze volledig leeg is.
Wanneer u merkt dat het gereedschap minder
vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan
en laadt u eerst de accu op.
2.
Laad nooit een volledig opgeladen accu op.
Te lang opladen verkort de levensduur van de
accu.
3.
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur
van 10°C t/m 40°C. Laat een warme accu eerst
afkoelen voordat u deze oplaadt.
4.
Laad de accu zeker elk half jaar een keer op, ook
als u deze geruime tijd lang niet gebruikt.
26
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens de functies van het
gereedschap te controleren of af te stellen.
De accu aanbrengen en verwijderen (Fig. 1)
LET OP:
• Schakel altijd het gereedschap uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
• Houd het gereedschap en de accu stevig vast wan-
neer u de accu aanbrengt of verwijdert. Als u het
gereedschap en de accu niet stevig vasthoudt, zou er
ENC007-8
iets uit uw handen kunnen glippen, met gevaar voor
schade aan het gereedschap of de accu en eventuele
verwonding.
Om de accu te verwijderen, schuift u deze uit het gereed-
schap los terwijl u de knop voorop de accu ingedrukt
houdt.
Voor het aanbrengen van de accu plaatst u de tong van
de accu in de groef van de behuizing en schuift u de accu
op zijn plaats. Schuif de accu er altijd volledig in totdat
die op zijn plaats vast klikt. Wanneer de rode indicator op
de bovenkant van de knop nog zichtbaar is, zit de accu
niet volledig erin.
LET OP:
• Schuif de accu volledig erin totdat de rode indicator niet
meer zichtbaar is. Als u dit nalaat, zou de accu uit het
gereedschap kunnen vallen en uzelf of anderen kun-
nen verwonden.
• Druk de accu er niet met kracht in. Als de accu er niet
soepel in gaat, houdt u die waarschijnlijk in de ver-
keerde stand.
Accubeveiligingssysteem (Fig. 2)
Het gereedschap is voorzien van een accubeveiligings-
systeem. Dit systeem kan automatisch de stroomtoevoer
naar de motor afsluiten om de levensduur van de accu te
verlengen.
Het gereedschap kan tijdens gebruik automatisch stop-
pen wanneer het gereedschap en/of de accu aan één
van de volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
• Overbelasting:
Als het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
een abnormaal hoge stroomsterkte vergt.
In dat geval schakelt u het gereedschap uit en verhelpt
u de oorzaak van de overbelasting. Dan schakelt u het
gereedschap weer in om het te herstarten.
Als het gereedschap niet start, kan de accu oververhit
zijn. In dat geval laat u de accu afkoelen voordat u het
gereedschap opnieuw inschakelt.
• Onvoldoende accuspanning:
Als de resterende accuspanning onvoldoende is, zal
het gereedschap niet starten. In dat geval verwijdert u
de accu en laadt u die opnieuw op.
OPMERKING:
• De beveiliging tegen oververhitting werkt alleen bij
accu's met een stermarkering.