nl Ontdooien
¡ Laat warme etenswaren en dran-
ken eerst afkoelen.
¡ Houd de door de fabrikant vermel-
de houdbaarheidsdatum of ge-
bruiksdatum in acht.
10.2 Koudezones in het koel-
vak
Door de luchtcirculatie in et koelvak
ontstaan verschillende koudezones.
Koudste zone
De koudste zone is tussen de op de
zijkant gestempelde pijl en het eron-
der liggende legplateau.
Tip: Bewaar snel bedervende levens-
middelen in de koudste zone, bijv.
vis, worst en vlees.
Warmste zone
De warmste zone bevindt zich hele-
maal bovenaan in de deur.
Tip: Bewaar minder gevoelige le-
vensmiddelen in de warmste zone,
bijv. harde kaas en boter. Hierdoor
komt het aroma van de kaas beter
tot ontwikkeling en blijft de boter
smeerbaar.
10.3 Sticker "OK"
Met de sticker OK kunt u controleren
of in het koelvak de voor de levens-
middelen aanbevolen veilige tempe-
ratuurbereiken van +4°C of kouder
bereikt zijn.
De sticker OK wordt niet bij alle mo-
dellen meegeleverd.
Wanneer de sticker OK niet weer-
geeft, dan de temperatuur stapsge-
wijze verlagen.
→ "Koelvaktemperatuur instellen",
Pagina 83
Na ingebruikneming van het appa-
raat kan het tot wel 12 uur duren
voordat de ingestelde temperatuur is
bereikt.
84
Correcte instelling
11 Ontdooien
Ont d ooi e n
Ont d ooi e n
11.1 Ontdooien in het koel-
vak.
Tijdens het gebruik vormen zich op
de achterwand van het koelvak af-
hankelijk van de werking waterdrup-
pels of rijp. De achterwand van het
koelvak ontdooit automatisch.
6
→ Fig.
Het dooiwater loopt via de dooiwater-
goot in het afvoergat naar de ver-
dampingsschaal en hoeft niet worden
afgeveegd.
Neem de volgende informatie in acht
om ervoor te zorgen dat dooiwater
kan weglopen en geurvorming wordt
vermeden: De dooiwatergoot en het
afvoergat reinigen → Pagina 85.
12 Reiniging en onder-
Re i n i g i n g e n onde r houd
houd
Reinig en onderhoud uw apparaat
Re i n i g i n g e n onde r houd
zorgvuldig om er voor te zorgen dat
het lang goed blijft werken.
De reiniging van ontoegankelijke
plaatsen moet door de servicedienst
worden uitgevoerd. Aan de reiniging
door de servicedienst kunnen kosten
verbonden zijn.
12.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging
Het apparaat uitschakelen.
1.
→ Pagina 82