en opnieuw worden begonnen.
Een ongeldige of foutieve invoer wordt altijd door drie korte lichtsignalen
aangegeven. Daarna deactiveert het toestel zich volledig gedurende
10 seconden en dient op een lang lichtsignaal te worden gewacht
alvorens opnieuw kan worden begonnen met de actie.
Bij levering of na een reset van het toestel zijn alle 3 geheugenplaatsen
(genummerd van 1 tot 3) door een in de fabriek ingestelde toegangscode
bezet. Deze toegangscodes dienen als volgt te worden gewijzigd (afb. 2):
1. De „sleutel"-toets overeenkomstig de radiocodeplaats 1x of 2x of 3x
indrukken.
2. De geldige toegangscode invoeren (toegangscode bij levering of reset
van het toestel, zie hoofdstuk 3/afbeelding 2, zoniet de op dat ogenblik
geldige eigen toegangscode).
3. De „sleutel"-toets indrukken ➜ bij een geldige invoer verschijnt een lang
lichtsignaal. Bij een ongeldige invoer verschijnen 3 korte lichtsignalen.
4. De nieuwe 4-cijferige toegangscode met de cijfertoetsen invoeren.
5. De „sleutel"-toets indrukken ➜ bij een geldige invoer verschijnt een lang
lichtsignaal.
6. De nieuwe 4-cijferige toegangscode opnieuw invoeren.
7. De „sleutel"-toets indrukken ➜ bij een geldige invoer verschijnt een lang
lichtsignaal en de ingevoerde of gewijzigde toegangscode is onmiddellijk
geldig.
6.1 Zenden na invoer van een toegangscode
Tips voor de invoer van de toegangscodes bij de bedrijfs-
functies:
Voor de invoer van een geldige of passende toegangscode kan een
willekeurig aantal cijfertoetsen worden ingedrukt om uit te sluiten dat be-
geleidende personen de toegangscode tijdens de invoer kunnen lezen.
Alleen de laatste 4 cijfers voor het indrukken van de „sleutel"-toets
TR20C001-E RE / 07.2010
➤
39