De opeenhoping van stof, vuil en andere zwevende deeltjes verminderen de lichtopbrengst van het armatuur. Het zal ook voorkomen dat het armatuur
correct koelt, en dit zal de levensduur van het armatuur verkorten. De snelheid van de vuilafzetting zal variëren afhankelijk van omgevingsfactoren
zoals stof in de lucht, gebruik van rookmachines, luchtstroom van ventilatiesystemen, enz. De koelventilatoren van het armatuur zullen de opbouw
versnellen, en alle rookdeeltjes die in de atmosfeer aanwezig zijn, zullen de neiging tot verstopping van vuil vergroten.
Om de beste prestaties en levensduur van het armatuur te krijgen, inspecteer het armatuur regelmatig en maak deze schoon zodra u tekenen van
vuilophoping ziet.
Beoordeel de gebruiksomgeving elke keer dat u het armatuur begint te gebruiken. In stoffige of rokerige omstandigheden, inspe cteer het armatuur na
enkele uren en controleer het regelmatig of het armatuur mogelijk sneller vuil aantrekt dan u verwacht. Stel een reinigingsschema op dat ervoor zorgt
dat het vuil wordt verwijderd voordat het zich kan ophopen.
Gebruik de volgende richtlijnen:
• Ontkoppel het armatuur van het stroomnet en laat hem volledig afkoelen voordat u hem schoonmaakt.
• Gebruik geen oplosmiddelen, schuurmiddelen of andere agressieve producten om het armatuur te reinigen.
• Stofzuig of gebruik lage druk perslucht om stof en losse deeltjes van oppervlakken en luchtopeningen te verwijderen. Voorkom dat de bladen
van de koelventilatoren draaien voordat u een vacuüm of luchtstraal op de ventilator richt, anders kunt u de ventilator te snel laten draaien en
deze beschadigen.
• Reinig glazen onderdelen door ze voorzichtig af te vegen met een zachte, schone, pluisvrije doek, bevochtigd met een zwakke reinigingsoplossing.
Leg de oplossing op de doek en niet op het te reinigen oppervlak. Vermijd het wrijven van glazen oppervlakken. Als er deeltjes aan het glas
vastzitten, probeer ze er dan af te tillen door ze herhaaldelijk deppen met een wattenstaafje of een vochtige, pluisvrije doek.
• Droog het armatuur met een zachte, schone, pluisvrije doek of perslucht onder lage druk voordat u het toestel opnieuw van stroom voorziet.
Indien de zekering defect is, dient u de zekering te vervangen door een zekering van hetzelfde type en waarde. Voor het vervangen van de zekering,
schakel eerst de stroom uit en volg de onderstaande stappen.
Procedure:
Stap 1: Open de zekeringhouder op het achterpaneel met een passende platte schroevendraaier.
Stap 2: Verwijder de oude zekering uit de zekeringhouder.
Stap 3: Installeer de nieuwe zekering in de zekeringhouder.
Stap 4: Plaats de zekeringhouder in de behuizing.