2.3. AANPASSEN AAN VERSCHILLENDE
GASSOORTEN
Om de kookplaat aan een andere gassoort aan te passen, dient u de
volgende handelingen uit te voeren.
— verwijder pannendrager en branders
— gebruik de bijgeleverde pijpsleutel (7mm) om via de opening (fig. 7)
van de branders bij de branderbasis te komen
— draai de inspuiter los en vervang deze door het passende type (zie
tabel gasverbruik)
. Schroef de inspuiter goed vast
— Stel de brander af.
. Zet de pannendrages en branders terug op hun plaats.
2.4. AFSTELLEN VAN DE BRANDERS
Na het aansteken van de brander, draait u de bedieningsknop op de
laagste stand en verwijder de bedieningsknop, die gemakkelijk kan
worden verwijderd met lichte druk.
Met een kleine 'terminal' type schroevendraaier, kan het
waakvlamschroefje worden aangepast (figuur 9). Door deze schroef
in wijzerzin te draaien, vermindert het debiet van de vlam, door het
draaien in tegenwijzerzin, verhoogt het debiet. Gebruik deze instelling
om een vlam te verkrijgen van ongeveer 3 tot 4 mm lang, en vervang
de bedieningsknop. Wanneer het beschikbare gas butaan of propaan
is (flessen gas), moet het waakvlamschroefje in wijzerzin worden
gedraaid tot op het einde.
Zodra u klaar bent met de aanpassing van de vlam van de gasbrander,
vervangt u het oude typeplaatje door het nieuwe type geïnstalleerd
gas (meegeleverd met fornuis).
3. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
Dit apparaat is ontwikkeld en geproduceerd voor koken bij
huishoudelijk gebruik. Elke andere vorm van gebruik is onjuist en
derhalve gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele
schade veroorzaakt door onjuist, onredelijk en onverantwoord
gebruik.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten op veilige afstand worden
gehouden, tenzij continu bewaakt. Dit apparaat is niet bedoeld voor
gebruik door personen (inclusief kinderen) met een lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke handicap of met een gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij ze zijn opgeleid en begeleid in het gebruik van het
apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
Bij het koken met vet of olie, loop niet weg van de kookplaat.
Oververhitte vetten of oliën kunnen snel ontbranden. Probeer nooit
een brand met water te blussen, maar schakel eerst het
bedek de vlam met een deksel of een branddeken. Tijdens de werking
van de kookplaat, kunnen bereikbare delen zeer heet worden, dus het
is aan te raden om jonge kinderen te verwijderen. Kinderen moeten
onder toezicht worden gehouden zodat ze niet met het apparaat gaan
spelen.
3.1. GEBRUIK VAN DE GASBRANDERS
Om de brander aan te steken, houdt u eerst een vlam bij de brander
en drukt u de knop naar beneden en draait u de knop tegen de wijzers
van de klok in tot maximum.
Als u de branders lange tijd niet gebruikt heeft, kan het zijn dat er
een beetje lucht in de gasbuizen zit.
Houdt er rekening mee dat de
Voor apparaten met een elektronische onsteking geldt het
volgende:
Druk en draai de knop tegen de klok in naar het * symbool.
Ontsteek de brander door het indrukken van een ontstekingsknop.
Bij een kookplaat met een automatische ontsteking hoeft u slechts
de knop in te drukken en vervolgens naar het * symbool te draaien.
De vonkontsteking werkt continu zolang de knop wordt ingedrukt.
Wanneer de vlam niet binnen 5 seconden is ontstoken draai de
knop terug naar nul en herhaal de procedure.
Voor modellen uitgevoerd met een veiligheidsventiel, welke de
gastoevoer afsluit wanneer de vlam gedoofd is, worden de
branders op dezelfde manier ontstoken. Het is belangrijk om de
knop 5 à 6 seconden ingedrukt te houden nadat de vlam ontstoken
is.
toestel
ontsteking
dan iets langer kan duren.
Daarna zal de vlam blijven branden.
LET OP: Voordat de kookplaat wordt gebruikt dient u er zeker van
te zijn dat de branders en branderdeksels op een correcte wijze zijn
geplaatst.
Voor optimaal gebruik van de branders raden wij u aan pannen
te gebruiken die bij de branders passen.
Om de branders optimaal te benutten, raden wij u aan pannen te
gebruiken waarvan de diameter niet kleiner is dan hieronder
aangeduid:
Brander Type
AUX
Aux
SR
Half snel
R
Snel
In het geval dat u kleinere pannen wilt gebruiken, dient u zich er van te
verzekeren dat u de vlam zo instelt dat deze net de onderzijde van de
pan raakt. Het gebruik van holle of bolle pannen wordt ernstig
afgeraden.
WAARSCHUWING: in het geval dat de vlam een keer te groot
wordt, draai dan de knop dicht en wacht minstens 1 minuut
alvorens u de gaspit weer ontsteekt.
Als na verloop van tijd de gaskranen moeilijk vast te draaien zijn, is het
noodzakelijk deze te smeren. Dit kan enkel worden uitgevoerd
door een erkende technicus.
3.2. GEBRUIK VAN HET ELEKTRISCH GEDEELTE
Voordat u voor de eerste keer de kookplaat gaat gebruiken, verwarm
een paar minuten (zonder kookpot erop) op maximaal vermogen om
het verharden van de beschermende coating mogelijk te maken.
Plaats het handvat op de positie om te koken.
Wanneer de electrische plaat in gebruik is zal een indicatielampje
blijven branden.
Om te stoppen draait u de knop in de tegenovergestelde richting op
"0" (figuur 10). Zet de kookplaat nooit in werking zonder kookpot
op. De diameter en de vorm van de bodem van het vat is van groot
belang. De bodem van de houder moet dik, vlak en groot genoeg
zijn om volledig de plaat te bedekken.
Onderhoud van de elektrische kookplaat
Verhit een paar minuten indien het voedsel zich heeft gevestigd op
de kookplaat. Daarna uit zetten en laten afkoelen om tenslotte af te
vegen met een papieren doek. In ieder geval moet de plaat worden
weerhouden van vocht. Gebruik geen schuurmiddelen. Na elk
gebruik, veeg de beschermende coating af met een doek die
lichtjes vet is.
uit en
Posities Vermogen (Watt)
0
1
2
3
4
5
6
Keuze van de pannen (figuur 11).
Denk eraan dat grotere pannen en potten een groter
verwarmingsoppervlak hebben. Grote potten koken sneller in
vergelijking met kleine.
Gebruik altijd kookmateriaal dat voldoet aan de hoeveelheden te
koken voedsel. Gebruik groot kookmateriaal voor gerechten die
eerder vloeibaar zijn om overstromen te voorkomen. Bij gebruik van
grote schotels voor gerechten die een snelle bereiding vereisen, kan
de saus aan de bodem van de schotel blijven kleven. Voor het
bereiden van desserts, is het raadzaam om gesloten kookmateriaal te
gebruiken om te vermijden dat de zoete saus kan overlopen waardoor
het schoonmaken van de kookplaat moeilijker wordt. Controleer of het
materiaal voldoet aan de volgende criteria: zwaar en een volledige
oppervlakte (een beetje groter mag, kleiner zeker niet). De onderkant
van de potten en pannen moet droog en vlak zijn en volledig op het
oppervlak van de plaat passen. Al deze maatregelen bevorderen de
voordelen van de kookplaat en minimaliseren het verbruik van
elektrische energie.
61 NL
Vermo-
Ø pannen
G20/20 mbar
gen (kW)
(cm)
(methane)
12 - 18
1
95 I/h
18 - 24
1,7
162 I/h
24 - 26
2,7
257 I/h
Tips
0
Off
135 W
Verwarming
220 W
Koken op lage temperatuur
300 W
Koken op lage temperatuur
850 W
Koken, Roosteren, Kokend water
1150 W
Koken, Roosteren, Kokend water
1500 W
Koken, Roosteren, Kokend water
Table A
G30/28-30 mbar
(LPG)
73 g/h
124 g/h
196 g/h