Trappenhuizen: Monteer op elke verdieping in het trappenhuis een rookmelder. In trappenhuizen kunnen
▪
rook en vlammen zich bijzonder snel uitbreiden!
Woon- en werkkamers en opslagruimtes.
▪
Kelders: Monteer bij de toegang tot de kelder een rookmelder.
▪
Ruimtes met elektrische apparaten
▪
Zolders: Houd bij de montage van rookmelders op zolderbalken een minimale afstand tot de punt van het
▪
dak van 0,5 m - 1 m aan (zie afbeelding 4).
▪
Zolders met horizontaal plafond: Montage zie afbeelding 5
Monteer rookmelders altijd op minimaal 0,5 m afstand van lampen!
▪
Installeer meerdere rookmelders in uitgestrekte gangen of grote ruimtes. Neem hierbij een maximale
▪
afstand van 15 m in acht.
Installeer rookmelders in smalle gangen of in ruimtes die niet breder zijn dan 1 m in het midden van het
▪
plafond.
Montagelocaties die niet geschikt zijn voor rookmelders:
Ruimtes met een hoge luchtvochtigheid, bijv. in de badkamer.
▪
Garages of keukens. In de keuken mag een rookmelder enkel worden geïnstalleerd als de afstand tot het
▪
fornuis minimaal 4 m bedraagt.
Rookmelders mogen niet in de buurt van verwarmingen, verwarmings-, koel- en ventilatieschachten worden
▪
gemonteerd.
Op plafondbalken die breder zijn dan 0,2 m
▪
In de buurt van open vuur of open haarden
▪
In zeer stoffige ruimtes.
▪
Bij A-vormige daken mag de rookmelder niet op het hoogste punt worden gemonteerd.
▪
Ruimtes met een binnentemperatuur onder 5°C of boven 40°C.
▪
In caravans of ruimtes met een laag plafond. Omdat de lucht bijvoorbeeld als gevolg van veel zonlicht in de
▪
zomer bovenin sterk opwarmt, wordt voorkomen dat de rook naar boven kan stijgen om het alarm van de
rookmelder te activeren.
Plaatsen of vervangen van de batterijen (zie afb.7):
Verwijder de montageplaat aan de achterkant van de behuizing, door deze tegen de wijzers van de klok in
▪
los te draaien.
Plaats vervolgens de bij de levering inbegrepen batterijen in het batterijvak. Let hierbij op de juiste polariteit.
▪
Bevestig de montagesokkel aan de behuizing door deze met de wijzers van de klok mee te draaien.
▪
Opmerking: De montageplaat kan alleen aan de behuizing worden vastgeschroefd als de batterij geplaatst
is. Dit moet voorkomen dat de rookmelder zonder batterijen wordt gemonteerd en dus niet zou
functioneren.
Voer na elke vervanging of nieuwe plaatsing van de batterijen een functietest uit (zie hoofdstuk
▪
'Ingebruikname')!
Levensduur van de batterij en batterijwaarschuwingssignaal:
De meegeleverde batterij heeft onder normale omstandigheden een levensduur van ca. een jaar.
▪
Als de batterijen bijna leeg zijn, is er om de 40 seconden ca. 30 dagen lang een kort waarschuwingssignaal
▪
te horen en knippert de led eventjes. In deze periode functioneert het apparaat nog naar behoren. Vervang
de batterijen onmiddellijk! Na 30 dagen stopt het apparaat met het batterijwaarschuwingssignaal en wordt
het apparaat uitgeschakeld.
47