Nederlands
• Hoe dichter uw sprayer is bij het object,
hoe groter de kans dat u te veel verf
aanbrengt.
• Houd tijdens het sprayen altijd de trek-
ker van het spraypistool ingedrukt en
laat de trekker los om te stoppen met
de streek. Houd het pistool altijd recht
op het spray-oppervlak gericht en over-
lap de streken enigszins voor de meest
consistente en professionele afwerking.
9. Het spraypistool reinigen
(Zie Afb. G).
Speciale reinigingsinstructies
voor gebruik met ontvlambare
oplosmiddelen (moet een vlampunt
van onder de 21°C hebben):
• Spoel het spraypistool altijd buiten
schoon.
• Het gebied moet vrij van ontvlambare
dampen zijn.
• Het reinigingsgebied moet goed geven-
tileerd zijn.
• Dompel de luchtcompressor NIET
onder water!
Koppel het spraypistool los en duw de
9.1
trekker van het spraypistool in zodat het
materiaal in het pistool terug in de con-
tainer stroomt.
Schroef de container los (11). Leeg al
9.2
het resterende materiaal in de
materiaalcontainer.
Giet een kleine hoeveelheid van het
9.3
geschikte reinigingsmiddel in de contai-
ner (warm water met zeep voor latex-
materiaal, terpentine voor materialen op
oliebasis). Reinig de container en gooi
de reinigingsoplossing weg.
Hervul de container met schoon
9.4
reinigingsmiddel.
Bevestig de container op het pistool en
9.5
sluit de sprayer aan.
Spray de oplossing voor twee seconden
9.6
door het pistool in het veilige gebied.
Spray nogmaals voor twee seconden.
Koppel het spraypistool los en duw de
trekker van het spraypistool in zodat het
materiaal in het pistool terug in de con-
tainer stroomt.
40
Veeg de buitenkant van de container en
9.7
het pistool schoon.
Schroef de moer los (1) en verwijder de
9.8
luchtklep (2) en het spuitstuk (3).
Reinig de container, zuigbuis, luchtklep
9.9
en het mondstuk met een reinigingsbor-
stel en het geschikte reinigingsmiddel.
Reinig het mondstuk of de luchtgaten van
het spraypistool nooit met scherpe, meta-
len objecten.
Gebruik geen oplosmiddelen of smeer-
middelen met silicone.
Draai en maak het spuitpistool los van
9.10
de handgreep. Reinig de achterkant van
het spuitpistool (16) met een geschikt
schoonmaakmiddel. Gebruik een dun
laagje vaseline om de O-ring te smeren.
Droog alle onderdelen grondig af.
9.11
Doe een druppeltje huishoudolie in de
9.12
binnenkant van het spuitpistool vanuit
het gat voor de montage van de
spuitkop.
Zet het spuitpistool weer in elkaar
9.13
Opmerking: Het mondstuk kan slechts in
één richting worden gemonteerd: de
inkeping van het mondstuk moet in lijn lig-
gen met de rok op de behuizing van de
spuitunit.
Opmerking: De spuitkop moet in de
verfspuit worden gemonteerd met de nop-
pen op de spuitkop in verticale richting.
Opmerking: Monteer de aanzuigbuis en de
terugslagklep door ze stevig op de inlaat in
de sproeier te drukken.
Wikkel de luchtslang rond de voedings-
9.14
unit en zet alle accessoires terug.
10. Onderhoud
(Zie Afb. H).
U moet de luchtfilter in de luchtcompres-
sor inspecteren om te kijken of er veel vuil
in zit. Als het vuil is, volg dan de onder-
staande steppen om het te vervangen.
a. Koppel het spraypistool los. Verwijder de
filterklep met uw handen.
b. Verwijder de vuile filters en vervang ze
met nieuwe.
c. Bevestig de klep weer op de
hoofdbehuizing.