1. Veiligheidsvoorschriften
1.1. Voor de installatie (Omgeving)
Voorzichtig:
• Gebruik het apparaat niet in bijzondere omgevingen. Wanneer de airconditio-
ner geïnstalleerd wordt in een ruimte waarin deze is blootgesteld aan stoom,
vluchtige olie (waaronder machineolie) of zwavelgas, of in een gebied waarin
het apparaat wordt blootgesteld aan een hoog zoutgehalte, zoals in kustge-
bieden, dan kunnen de prestaties hierdoor aanzienlijk worden verminderd en
kan er schade ontstaan aan de interne onderdelen.
• Installeer het apparaat niet in ruimtes waar brandbare gassen worden geprodu-
ceerd of kunnen lekken, stromen of samenstromen. Ophoping van brandbare
gassen rond het apparaat kan leiden tot brand of een explosie.
• Plaats geen voedsel, planten, huisdieren, kunst of precisie-instrumenten in
de directe luchtstoom van het binnenapparaat of te dicht bij het apparaat, om
schade door temperatuurwisselingen of waterdruppels te voorkomen.
1.2. Voor installatie of verplaatsing
Voorzichtig:
• Ga zeer voorzichtig te werk bij het verplaatsen van de apparaten. Het ap-
paraat dient door twee of meer personen te worden getild, aangezien het 20
kg of meer weegt. Til het apparaat niet op aan de verpakkingsbanden. Draag
beschermende handschoenen, om letsel aan de handen door koelvinnen of
andere onderdelen te voorkomen.
• Zorg dat het verpakkingsmateriaal op een veilige manier wordt weggeworpen.
Verpakkingsmaterialen zoals klemmen en andere metalen of houten onder-
delen kunnen snijwonden of ander letsel veroorzaken.
• De koelpijp moet worden voorzien van warmte-isolatie om condensatie te
voorkomen. Wanneer de koelpijp onvoldoende geïsoleerd is, ontstaat er
condensatie.
1.3. Voor de installatie van de elektrische bedrading
Voorzichtig:
• Installeer stroomonderbrekers. Als er geen stroomonderbrekers worden
nl
geïnstalleerd, kunnen elektrische schokken optreden.
• Gebruik voor de voedingsleidingen standaardkabels met voldoende capaciteit.
Te lichte kabels kunnen kortsluiting, oververhitting of brand veroorzaken.
• Oefen bij de installatie van de voedingsleidingen geen trekkracht uit op de
kabels.
1.4. Voor het proefdraaien
Voorzichtig:
• Zet de netspanningsschakelaar ten minste 12 uur voordat u het apparaat gaat
gebruiken aan. Als u het apparaat direct na het aanzetten van de netspan-
ningsschakelaar inschakelt, kunnen de interne onderdelen ernstig beschadigd
raken.
• Controleer voordat u begint met proefdraaien of alle panelen, beveiligingen en
andere beschermende onderdelen goed zijn geïnstalleerd. Draaiende of warme
onderdelen of onderdelen onder hoge spanning kunnen letsel veroorzaken.
• Schakel de airconditioner niet in zonder het luchtfilter. Zonder luchtfilter kan
stof zich ophopen in het apparaat en storingen veroorzaken.
2. Plaats
2
Afb. 2-1
• In ruimtes met een luchtvochtigheid van meer dan 80% of wanneer de af-
voerpijp is verstopt kan water uit het binnenapparaat druppelen. Installeer
het binnenapparaat niet op plaatsen waar deze druppels schade kunnen
veroorzaken.
• Houd rekening met geluid en elektrische stroringen bij installatie van het
apparaat in een ziek apparaten, hoogfrequente medische apparatuur en
radiocommunicatieapparatuur kunnen storingen in de airconditioner veroor-
zaken. Omgekeerd kan de airconditioner storingen veroorzaken in medische
apparatuur, communicatieapparatuur en de weergave van beeldschermen.
• Breng warmte-isolatiemateriaal aan op de pijpen om condensatie te voor-
komen. Onjuiste installatie van de afvoerpijp kan leiden tot waterlekkage en
schade aan het plafond, de vloer, het meubilair of andere eigendommen.
• Gebruik geen water om de airconditioner te reinigen. Hierdoor kunnen elek-
trische schokken optreden.
• Trek met een momentsleutel alle flensmoeren aan volgens de specificatie. Bij
overmatig aantrekken kan de flensmoer na verloop van tijd breken.
• Zorg ervoor dat het apparaat goed is geaard. Onjuiste aarding van het apparaat
kan elektrische schokken veroorzaken.
• Gebruik stroomonderbrekers (aardlekschakelaar, isolatieschakelaar (+Bzeke-
ring) en onderbreker met gegoten behuizing) met de opgegeven capaciteit.
Het gebruik van stroomonderbrekers met een te hoge capaciteit kan storingen
of brand veroorzaken.
• Raak de schakelaars nooit met natte vingers aan. Hierdoor kan een elektrische
schok optreden.
• Raak de koelstofpijpen niet met blote handen aan als het apparaat in werking is.
• Wacht nadat het apparaat is uitgeschakeld ten minste vijf minuten voordat
u de netspanningsschakelaar uitzet. Eerder uitzetten kan waterlekkage of
storingen veroorzaken.
2.1. Buitenafmetingen (Binnenapparaat) (Afb. 2-1)
(mm)
Kies een geschikte plaats waarbij u rekening moet houden dat u de hiernavolgende
ruimte vrij moet laten voor installatie en onderhoud.
Modellen
M35, 50
M60, 71
M100, 125, 140
Waarschuwing:
Bevestig het binnenapparaat tegen een plafond die sterk genoeg is om het
gewicht van het apparaat te dragen.
2.2. Buitenafmetingen (Buitenapparaat)
Raadpleeg de installatiehandleiding van het buitenapparaat.
(mm)
W
960
1280
1600