NEDERLANDS
6.4 Filter, filterklembeugel en spanenzak
Zeskantmoeren M6 tot in het midden van de
schroefdraad op de filterklembeugel (2)
draaien. Plaatjes 6,4 plaatsen en
filterklembeugel (2) in de aanwezige boorgaten
op het zuigaggregaat (6) steken.
Plaatje 6,4, aardingslus, waaierschijf conform
afbeelding met zeskantmoer M6 op
filterklembeugel (2) bevestigen. Zeskantmoer
M6 vastdraaien.
Aan de andere kant van de filterklembeugel (2)
plaatje 6,4 met zeskantmoer M6 erop
schroeven en vastdraaien.
Filter (1) over de filterklembeugel (2) omslaan.
Spanband over de filter (1) schuiven. Filter (1)
met spanband over de mof op het
zuigaggregaat (6) omslaan. Erop letten, dat de
filter (1) zich rondom over de mof op het
zuigaggregaat (6) en onder de spanband
bevindt. Spanband met schroevendraaier
bevestigen.
26
6
11
Spanband (9) over de spanenzak (11)
schuiven. Spanband met zak over de mof aan
de onderkant van het zuigaggregaat (6)
omslaan. Erop letten, dat de spanenzak (11)
zich rondom over de mof op het zuigaggregaat
(6) en onder de spanband bevindt. Spanband
zodanig uitrichten, dat deze rondom op de
grijze schuimstofstrook ligt. Spanband (9) door
omleggen van de sluithefboom bevestigen.
6.5 Zuigslang
Slangklem (8) op de zuigslang (10) steken.
Zuigslang (10) op de kleine mof op het
zuigaggregaat (6) steken. Erop letten, dat de
zuigslang (10) rondom aanligt. Zuigslang met
slangklem (8) bevestigen.
9
9