4. Installatie van Draineerbuizen
Aansluiting van de draineerleidingen van het buitenapparaat
Wanneer een afvoerleiding benodigd is, moet u een aftapbus of een afvoervat (op-
tioneel) gebruiken.
5. Waterleidingwerk
5.1. Waterleidingverbinding (Fig. 5-1)
• Verbind de waterbuizen met de uitlaat en inlaatbuizen .
(Parallelle mannetjesschroef voor 1-inch (2,54 cm) waterleiding (ISO 228/1-G1B))
• De positie van de inlaat- en uitlaatbuizen wordt getoond in Fig. 5-1.
• Installeer de hydraulische fi lter bij de waterinlaat.
• Maximum toelaatbare draaikoppel bij de waterleidingverbinding is 50 N•m.
• Controleer of er na installatie water lekt.
• Gebruik de waterdruk in meer dan 0 MPa meting en minder dan 0,3 MPa meting.
• Gebruik inlaatwater met een temperatuur lager dan 55°C.
Let op :
• De snelheid van het water in de leidingen moet binnen bepaalde limieten wor-
den gehouden zodat het materiaal niet gaat roesten en tegen overmatig lawaai.
Weet en let erop dat de plaatselijke snelheden in kleine leidingen, bochten en
soortgelijke obstructies de hierboven vermelde waarden kunnen overstijgen.
bijv.) Koper : 1,5 m/s
• Bij het aansluiten van metalen leidingen waarvan de materialen verschillen, dient
u de waterleidingverbinding te isoleren om elektrolytisch etsen te voorkomen.
• Zet een veldsysteem op zodat de inlaatwatertemperatuur en de water-
stroomsnelheid binnen de toegestane reeks zijn zoals aangegeven in uw
technische gegevens, etc.
Als u het apparaat buiten de toegestane waarden gebruikt, kunnen de on-
derdelen van het apparaat beschadigd raken.
5.2. Waterkwaliteitconditie
• Het water in een systeem moet schoon zijn en een pH-waarde hebben van 6.5-8.0.
• Hieronder volgen de maximum waarden;
Calcium : 100mg/L
Chloor: 100mg/L
Jzer/ mangaan: 0,5mg/L
[Fig. 5-1]
A Wateruitlaat
B Waterinlaat
5.3. Minimale hoeveelheid water
De volgende hoeveelheid water is voor het watercircuit vereist.
Model
Minimale hoeveelheid water (L)
W50
40
W85
60
HW112
80
HW140
100
6. Elektrische aansluitingen
6.1. Buitenapparaat (Fig. 6-1, Fig. 6-2)
1 Verwijder het onderhoudspaneel.
2 Sluit de kabels aan aan de hand van Fig. 6-1 en 6-2.
Voor voeding
Fig. 6-1
Voorzichtig:
Zorg dat u de N-Line installeert. Zonder N-Line, kan het toestel beschadigd raken
A Een Interface unit/Stroming temp. besturing
B Buitenapparaat
C Afstandsbediening
D Hoofdschakelaar (Aardlekschakelaar)
E Aarding
Naam optionele onderdelen
Aftapbus
Afvoervat voor 50/85
*Er is geen optioneel afvoervat voor 112/140.
Fig. 5-1
Let op: Zorg dat u de bevriezingsvoorzorgsmaatregel voor waterleidingsy-
stemen uitvoert. (waterleidingisolatie, back-up pompsysteem, het ge-
bruik van een bepaald % ethyleen glycol in plaats van normaal water)
Isoleer de waterleiding op de juiste manier. Door onvoldoende isola-
tie kan een slechte werking optreden.
Waarschuwing:
Raak de waterleiding niet met blote handen aan omdat het uitlaatwater een
temperatuur van 60ºC kan bereiken.
Fig. 6-2
Modelnaam
PAC-SG61DS-E
PAC-SG64DP-E
A Aarde-aansluiting
B Aansluitblok
C Klem
D Onderhoudspaneel
E Let er bij het aansluiten van de kabels op dat
deze geen contact maken met het midden van-
het onderhoudspaneel.
■ 50-140V(Eenfase)
L N
S1 S2 S3
■ 112-140Y(3 fase)
L1 L2 L3 N
S1 S2 S3
23