op de universele slangaansluiting worden vastge-
maakt m.b.v. een slangbeugel (niet bij de levering
begrepen).
De maximale transportcapaciteit wordt geredu-
ceerd door de terugslagklep (5) aan de slanga-
ansluiting. Flexibele slangleidingen moeten met
een slangklem (niet meegeleverd) worden beves-
tigd aan de slangadapter.
Bij de installatie dient u er rekening mee te
houden dat het toestel nooit aan de drukleiding
of aan de stroomkabel vrij hangend mag worden
gemonteerd. Het toestel moet aan het daarvoor
voorziene handvat worden opgehangen of op de
schachtbodem worden opgesteld. Teneinde een
perfecte werkwijze van het toestel te verzekeren
moet de schachtbodem steeds vrij zijn van mod-
der of andere verontreinigingen. Bij een te laag
waterpeil kan de in de schacht voorhanden zijnde
modder snel droog worden en het aanlopen van
het toestel beletten. Daarom is het noodzakelijk
het toestel regelmatig te controleren (startpogin-
gen uitvoeren).
De pompschacht moet groot genoeg zijn.
5.2. Netaansluiting
Gevaar!
Het door u aangekochte toestel is reeds voorzien
van een veiligheidsstekker. Het toestel is bedoeld
om op een veiligheidsstopcontact met 230 V wis-
selstroom 50 Hz te worden aangesloten. Vergewis
u er zich van dat het stopcontact voldoende be-
veiligd is (minstens zekering van 6 A) en helemaal
in orde is. Steek de netstekker het stopcontact in:
het toestel is meteen bedrijfsklaar.
Gevaar!
Deze werkzaamheid dient enkel door een gekwa-
lifi ceerde elektricien of door de klantendienst te
worden uitgevoerd zodat niemand in gevaar kan
worden gebracht.
Anl_GC_SP_3580_LL_SPK2.indb 36
Anl_GC_SP_3580_LL_SPK2.indb 36
NL
6. Bediening
Als u de installatie- en gebruiksinstructies
nauwkeurig hebt gelezen kan u het toestel in ge-
bruik nemen mits inachtneming van het volgende:
•
Vergewis u er zich van dat het toestel veilig is
opgesteld.
•
Controleer of de drukleiding naar behoren is
aangebracht.
•
Vergewis u zich ervan dat het toestel op
230 V ~ 50 Hz is aangesloten.
•
Controleer of het elektrische stopcontact in
een behoorlijke staat verkeert.
•
Controleer of ervoor gezorgd is dat nooit
vocht of water bij de netaansluiting terecht
kan komen.
•
Vermijd het drooglopen van het toestel.
•
Om het apparaat uit te schakelen verwijdert u
de netstekker uit het stopcontact.
Afstellen van het AAN/UIT-schakelpunt:
Het in- of uitschakelpunt van de vlotterschakelaar
kan worden afgesteld door verandering van de
vlotterschakelaar in de vergrendeling (fi g. 4, pos.
6).
•
De vlotterschakelaar moet zodanig worden
aangebracht dat de schakelpunthoogte: AAN
en de schakelpunthoogte: UIT gemakkelijk en
met geringe lichamelijke inspanning kan wor-
den bereikt. Controleer dit door het toestel in
een met water gevuld reservoir te plaatsen en
de vlotterschakelaar met de hand voorzich-
tig op te tillen en daarna terug te verlagen.
Daarbij kunt u zien of het toestel wordt in- of
uitgeschakeld.
•
Let wel dat de afstand tussen de kop van de
vlotterschakelaar en de kabelhouder niet klei-
ner is dan 10 cm. Bij een te geringe afstand
is de perfecte werking van het toestel niet
verzekerd.
•
Let bij het afstellen van de vlotterschakelaar
erop dat de vlotterschakelaar voor het uit-
schakelen van het toestel niet de bodem
raakt. LET OP! Gevaar voor drooglopen.
Handmatig bedrijf/Vlak afzuigen:
Voor het handmatig bedrijf resp. vlak afzuigen
moet de vlotterschakelaar worden gemonteerd
zoals in afbeelding 1. Zo loopt het apparaat con-
tinu. In het vlakke aanzuigbedrijf kan het water tot
op 1 mm worden afgezogen. Het apparaat mag
alleen onder toezicht worden ingezet, om droog-
loop te vermijden. Het apparaat moet worden uit-
geschakeld (netstekker uittrekken), zodra er geen
- 36 -
06.02.2024 08:48:58
06.02.2024 08:48:58