Begeleiding bij het rijden
Controleer de rem voordat u gaat rijden en rem eerst het achterwiel. Wees voorzichtig
met de rem. Gebruik de inbussleutel om hem bij te stellen als hij los zit. Houd een
langere remweg aan voor de veiligheid bij regen en sneeuw.
Draag een helm, houd u aan de verkeersregels en rijd niet op de oprit. Rijd niet op
drukke wegen.
Wanneer ga bergafwaarts of op de gladde weg, zou de snelheid onder 15km/h moeten
zijn.
Overbelast niet meer dan 120KG.
Onderhoud
Het voor- en achterwiel moeten in het midden van het frame staan. Zet de
elektrische fiets na het rijden op een koele en droge plaats en controleer vaak de
motor en de rem, draai indien nodig de schroef aan.
Voorgestelde torsie (eenheid, kgf.cm): Bar schroeven 60-80 kgf.cm, bar stand
schroeven 175-200 kgf.cm, stoel schroeven 175-250 kgf.cm, wiel schroeven
320-4SOkgf.cm.
Controleer regelmatig of het wiel krassen en beschadigingen of overmatige
slijtage vertoont, als het binnenwiel en het gasmondstuk verticaal op de naaf
moeten staan, moet het buitenwiel bij schade of krassen onmiddellijk worden
vervangen. Neem contact op met een professionele technicus om het te vervan-
gen. Wanneer de buitenband doorboord is en lucht lekt, neem dan contact op met
een professionele technicus voor reparatie of vervanging.
47