Onderhoud
ONDERHOUD EN REINIGING
BELANGRIJK:
1). Voor reiniging of onderhoud, haal de stekker
uit het stopcontact.
2). Maak het apparaat niet schoon met benzine,
verdunners of andere chemicaliën.
3). Was het apparaat niet direct onder een kraan
of met behulp van een slang. Dit kan risico op
elektrische schokken veroorzaken.
4). Als het snoer is beschadigd, laat het repareren
door de fabrikant of een bekwame reparateur.
1. Luchtfilter
• Maak de luchtfilter minstens één keer om
de twee weken schoon om een mindere
werking van de ventilator door stofophoping te
vermijden.
• Verwijdering
Dit apparaat is voorzien van twee filters. Haal
de bovenste en onderste filter uit in de richting
van de pijl (Fig.23) en verwijder deze.
NL-26
• Reiniging
Was de luchtfilter voorzichtig in warm
water (circa 40°C/104°F) met een neutraal
schoonmaakmiddel. Spoel de filter en laat
drogen in een schaduwrijke plaats.
• Montage
Installeer de bovenste en onderste luchtfilter
na reiniging (zie Fig.24).
OPMERKING: De bovenste (onderste) roosters
en de bovenste (onderste) luchtfilters zijn met
elkaar verbonden en kunnen van elkaar worden
losgemaakt.
2. Buitenkant
• Maak de buitenkant van het apparaat
schoon met een pluisvrije doek geweekt in
een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik
vervolgens een droge, zachte doek.
3. Een lange periode van inactiviteit
• Verwijder de rubber plug achteraan het
apparaat en bevestig een slang aan de afvoer.
Plaats het open uiteinde van de slang direct
boven de afvoerzone in uw keldervloer
(Zie Fig.18 en 19).
NL-27