Nederlands
Plaats het blad op de volgende manier.
Verplaats de geleiderhuls naar de bovenrand, steek
het blad in de zeshoekige opening van het aambeeld
en laat de geleiderhuls vervolgens los. (Afb. 7)
Voer de procedure voor het plaatsen in omgekeerde
volgorde uit wanneer u het blad wilt verwijderen.
Schroefblad
nummer 2
Aambeeld
(114L)
zeshoekige
opening
VOORZICHTIG
Het blad is niet juist geplaatst wanneer de
geleiderhuls niet naar de oorspronkelijke positie
terugkeert.
VOOR BEGIN VAN HET VERK
1. Voorbereiden en kontroleren van de werkomgeving
Zorg ervoor dat de werkplaats voldoet aan alle eisen
die in de voorzorgsmaatregelen vermeld staan.
2. Kontroleren van de batterij
Zorg ervoor dat de batterij stevig geplaatst wordt.
Indien dit niet gebeurd, kan het voorkomen dat de
batterij eruit valt en een ongeluk veroorzaakt.
3. Voorbereiden van de schroeven:
Kies de juiste schroeven voor uw werkstuk.
4. Kontroleren en zonodig vervangen van het schroefstuk
Bij aflevering is er op dit apparaat als standaard
toebehoren een schroevedraaier nr. 2 aangebracht.
Kontroleer dit schroefstuk op beschadiging. Gebruik
van een beschadigd of versleten schroefstuk kan
gevaar opleveren en schade aan uw werkstuk
veroorzaken. Kontroleer voor het werk altijd even
het schroefstuk en vervang het door een nieuw als
het tekenen van slijtage vertoont. Wanneer het nodig
is het schroefstuk te vervangen, volg hiervoor dan
de aanwijzingen onder "Aanbrengen en verwijderen
van het schroefstuk".
SCHROEFLENGTE EN DIEPTE VAN HET
INSCHROEVEN
U kunt de diepte instellen tot waar deze schroefautomaat
de schroeven indraait, door de instelknop te verdraaien.
Draai aan de knop en zet het schuifje tegenover het juiste
cijfer (de schroeflengte) op de diepteschaal van het
schuifmechanisme-huis.
Voor aanpassing aan de lengte van de schroeven die u
gebruikt, kiest u het geschikte aanpassingsstuk en brengt
u dit aan voorop de kop van de schroefautomaat. (Zie de
Afb. 9)
Bewaar de eindbijsteller in de opslagruimte aan de kant
van de schuifhouder indien u de bijsteller niet gebruikt.
De eindbijsteller kan gemakkelijk worden geplaatst
wanneer u de in Afb. 8 getoonde toets indrukt.
37
Geleiderhuls
Afb. 7
Opslag voor eindbijsteller (achterkant)
(1) Voor schroeven van 25–32 mm lengte gebruikt u het
kortere aanpassingsstuk, no. 1.
Aanpassingsstuk
Schuifje
no. 1 (kort)
(2) Voor schroeven van 35–41 mm lengte gebruikt u het
langere aanpassingsstuk, no. 2.
Aanpassingsstuk
Schuifje
no. 2 (lang)
Afb. 10
[Fijnregelen van de schroefdiepte]
De instellingen van (1) tot (2) voor de schroefdiepte
zijn slechts voorlopig.
Draai een aantal testschroeven in een stuk materiaal
en maak aan de hand daarvan de precieze instelling.
Draai de instelknop in de
te ver blijft uitsteken.
Draai de instelknop in de
te diep ingedraaid wordt.
(Zie Afb. 11)
Toets
Afb. 8
Hoger
Stel het
Lager
schuifje in
op de
Instelknop
schroeflengte
Afb. 9
(25–32)
Stel het
schuifje in
op de
Instelknop
schroeflengte
(35–41)
richting als de schroef
richting als de schroef