NL
Noodzaak van behandeling van het vulwater
In verwarmingsinstallaties met een aan het ontwerp gerelateerde zuurstoftoevoer moet altijd worden gestreefd naar een lage
elektrische geleidbaarheid van het verwarmingswater, omdat dit de corrosieprocessen vertraagt. Aangezien in de meeste ge-
vallen een regelaar wordt gebruikt in installaties met een verhoogde zuurstoftoevoer, wordt aanbevolen om bij de installatie van
een regelaar de elektrische geleidbaarheid eveneens te verlagen tot een niveau van 10 tot 100 µS/cm. De noodzaak van een
behandeling van het vulwater kan ook resulteren uit de eisen van de fabrikanten van andere onderdelen, evenals uit de vereiste
om een richtlijn, bijv. VDI 2035, te respecteren.
Type behandeling van het vulwater
Wanneer, in combinatie met een regelaar voor verwarmingswater, het vulwater moet worden behandeld, wordt aanbevolen
om uitsluitend volledig gedemineraliseerd vulwater te gebruiken voor verwarmingsinstallaties. Een restgeleidbaarheid van10
à 100 µS/cm moet worden aangehouden. In geval van een regelaar voor verwarmingswater moet het vulwater niet worden
verzacht via een ionenuitwisseling.
Gebruik van antivriesmiddelen
HVAC
Er mag geen enkel klassiek antivriesmiddel worden gebruikt in combinatie met een regelaar voor verwarmingswater van
Europe
omdat het vaak producten betreft die chemische inhibitoren bevatten. Deze inhibitoren kunnen de goede werking van
het toestel volledig blokkeren. Als de leidingen van een verwarmingsinstallatie gevaar lopen te bevriezen, kan ethyleenglycol
met de kwaliteitsaanduiding "chemisch zuiver" worden gebruikt als antivriesmiddel met een regelaar. Opgemerkt zij hier dat
de veroudering van ethyleenglycol leidt tot de vorming van zuren, die door de regelaar voor verwarmingswater zullen worden
gebonden. Bij aanwezigheid van erg hoge temperaturen kan de vorming van zuren de buffercapaciteit van het toestel over-
schrijden, wat kan resulteren in een tijdelijk lagere pH-waarde. Bij gebruik van antivriesmiddelen dient men jaarlijks niet alleen
het antivriesmiddelgehalte, maar ook de pH-waarde van het water te controleren.
Invloed van elektrochemische waterbehandeling op de totale hardheid
De ervaring toont aan dat, afhankelijk van de samenstelling van het water, de totale hardheid van het installatiewater licht
afneemt door de verhoging van de pH-waarde en de eruit resulterende neerslag van calciumcarbonaat in de regelaar voor
verwarmingswater. Bij lagetemperatuurinstallaties kan de eventueel aanwezige vrije kooldioxide in de vorm van magnesium-
waterstofcarbonaat worden gebonden door het in de regelaar omgezette magnesiumion. U hoeft zich geen zorgen te maken
over een ongecontroleerde toename van de hardheid, want vanaf een pH-waarde van 8,2 is er geen vrij koolzuur meer in het
verwarmingswater. In tegenstelling tot bij calciumcarbonaat is er door de goede oplosbaarheid van magnesiumcarbonaat geen
bijkomend risico op schade te wijten aan kalkvorming.
by magnetic
16