1
2
3
4
Nr.
Benaming
1
Pompbesturing
2
Beschermende geleider
tussenaansluiting
3
Voeding / via terminal
4
Zekering
5
Temperatuurbegrenzer /
dauwpuntsensor
6
Afkoelkanaal - aansluiting voor
een externe systeemklok
7
Omschakeling verwarmen /
koelen
8
Aansluiting voor de regelaar
9
Kabelgeleiding en
trekontlasting
10
Aansluitingen voor
servomotoren
Klemmenblok
5
6
7
8
10
9
Omschrijving
• Potentiaalvrij contact voor het aansturen van een pompcircuit
• Vooraf gedefi nieerde in- en uitschakelvertraging van 2 minuten
• Pompbeveiligingscircuit
- Cyclische activering van de pomp om de 14 dagen gedurende
1 minuut na de laatste activering
• Klem voor de tussenaansluiting van de aardleiding van elektrische
verbruikers zoals bijvoobeeld een pomp (alleen 230 V-uitvoering)
• Netaansluiting
• Netvoedingsklem voor het aansluiten van elektrische verbruikers zoals
bijvoorbeeld een pomp (alleen 230 V-uitvoering)
• Beveiligt het klemmenblok door het circuit te onderbreken wanneer de
stroom een bepaalde waarde voldoende lang heeft overschreden.
Gebruik de juiste zekering voor de betreff ende spanning.
• Schakelcontact voor het aansluiten van een temperatuurbegrenzer of
dauwpuntsensor
- De temperatuurbegrenzer voorkomt te hoge aanvoertemperaturen in de
vloerverwarming via een potentiaalvrij contact
- De dauwpuntsensor bewaakt het systeem in koelmodus en schakelt
het uit wanneer condensatie wordt gedetecteerd
• Overdracht van maximaal twee timersignalen voor tijdgestuurde verlaging
van de kamertemperatuur naar aangesloten regelaars via een potentiaalvrij
contact
• Als signaalbron kan een kamerthermostaat (nr. 8) of een externe
systeemklok (nr. 6) worden gebruikt
• Omschakeling van de gehele individuele ruimteregeling tussen verwarmen
en koelen
• Levering van een extern signaal via potentiaalvrij contact
• Doorsturen van het omschakelsignaal naar aangesloten regelaars
• Snelle aansluiting van maximaal 10 controllers
• Voeding voor aangesloten controllers
• Bewezen, geïntegreerde kabelgeleiding en trekontlasting volgens
DIN EN 60730-1
• Voeding voor aangesloten servomotoren
• Ventielbeschermingsfunctie op alle uitgangen (optioneel)
- Activering van de aandrijvingen om de 14 dagen gedurende 10 minuten
na de laatste activering
- Voorkomt dat de ventielen vast komen te zitten tijdens periodes zonder
temperatuurregeling
15
2
Apparaatoverzicht
NL