M1.1.BDM90N.NLFR - 722313028
NL
Met continue afvoer
De volgende figuur illustreert de aansluiting van een continue ontvochtiging.
1. Verwijder de waterplug uit de uitlaat van de permanente afvoer. (fig.3)
2. Controleer of de afvoer niet verstopt is.
3. Bevestig de korte afvoerslang (12 mm binnendiameter) aan de afvoer van de doorlopende afvoer. (fig.4)
4. Leid de afvoerslang naar een geschikte bak of afvoer.
Opmerkingen : Het uiteinde van de slang moet minstens 10 cm lager liggen dan de uitlaat van het apparaat. De slang
moet glad zijn en mag niet geknikt zijn. Zorg ervoor dat de slang niet in het opgevangen water kan komen,
anders loopt het water niet goed weg.
9