Nederlands
VIII. OPSLAG
Voor het opslaan van de compressor:
• De compressor uitschakelen d.m.v. de rode drukknop 'OFF' op de pressostaat/drukschakelaar.
• De stekker uittrekken.
• Alle persluchtslangen, -toebehoren en -machines loskoppelen.
• Alle andere dagelijkse checks uitvoeren.
• Alle druk van de tank laten (ontluchten) en purgeren.
• De purgeerkraan dichtdraaien.
• De compressor op een droge en propere plaats stockeren.
IX. DEFECTEN EN OPLOSSINGEN
Voor u ook maar enige interventie uitvoert aan de compressor moet de compressor ALTIJD worden uitgeschakeld
en van de stroom worden losgekoppeld, de druk van de tank worden gelaten en dient u de compressor voldoende
lang te laten afkoelen!
De compressor start niet
• Controleer de elektrische voeding: stekker ingeschakeld, 'ON/OFF'-knop ingeduwd? Zekeringen controleren?
• Als de compressor reeds onder druk staat, laat dan de druk van de ketel.
• Controleer of de thermische beveiliging niet is ingeschakeld, zonodig het toestel voldoende lang laten afkoelen
en daarna de compressor opnieuw opstarten.
• De pressostat/drukschakelaar is defect.
De compressor start moeilijk en af en toe gaat de thermische veiligheid af
• Gebruik van een te lange verlengkabel.
• De elektrische spanning is onvoldoende (min. 210 V)
• Overbelasting van de motor door koud weer.
• Compressor werd stop gezet door het uittrekken van de elektrische kabel, waardoor de compressor niet de mo-
gelijkheid heeft gehad om te ontluchten.
• Fout bij de drukontlasting, waardoor de ketel nog onder druk staat: de ketel purgeren.
• Abnormale weerstand door gebrek aan olie.
• Ontregelde thermische veiligheid.
Abnormale geluiden/trillingen
• Controleer of er geen onderdelen zijn los gekomen en ze desnoods terug vastschroeven.
• Een lek in het persluchtcircuit.
• Een onderdeel is versleten (mechanisch geluid).
• De krukas of een kogellager zijn geblokkeerd. Onmiddelijk de compressor
uitschakelen en uw verdeler contacteren.
Laag of geen debiet
• De verbindingsstukken en koppelingen controleren op lekken.
• Zuiger van de motor is versleten: de motor laten nakijken.
• De luchtfilter reinigen. (zie fig. 9-11)
• Zuigerkleppen of verbindingstukken zijn beschadigd. Deze onderdelen
herstellen of vervangen.
Pag. 8
V1.1
C00003432
Luchtfilter
fig.9
fig.10
fig.11
C&K NV