Het wordt aanbevolen om de kap
ongeveer 15 minuten na het koken aan
te laten staan.
Om de kap:
1. Druk op de eerste snelheidsknop
het apparaat in te schakelen.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
6.1 Opmerkingen over schoonmaken
Reinigingsmiddelen
Houd de kap
schoon
Koolstoffilter
6.2 De vetfilter reinigen
Filters worden gemonteerd met behulp van
clips en pennen aan de andere kant.
De filter reinigen:
1. Druk op de handgreep van de
montageclip op het filterpaneel onder de
kap (1).
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen en borstels.
Maak het oppervlak van het apparaat schoon met een zachte doek, warm water en een
mild reinigingsmiddel.
Na het koken kunnen sommige onderdelen van het apparaat heet worden. Om vlekken te
voorkomen moet het apparaat afkoelen en worden gedroogd met een schone doek of
keukenpapier.
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Reinig het apparaat en smeer de filters elke maand. Reinig de binnen- en vetfilters zorg‐
vuldig zodat er geen vet meer achterblijft. Vetophoping of andere resten kunnen brand
veroorzaken.
U kunt vetfilters ook in de afwasmachine wassen.
De vaatwasser moet op een lage temperatuur en een korte cyclus worden ingesteld. De
vetfilter kan verkleuren, maar dat heeft geen invloed op de prestaties van het apparaat.
De verzadigingstijd van de koolfilter varieert afhankelijk van het type koken en de regel‐
maat van het reinigen van de vetfilter. De actieve koolfilter is niet wasbaar, kan niet wor‐
den geregenereerd en moet ongeveer om de 4/6 maanden worden vervangen, of vaker
voor bijzonder zwaar gebruik.
2. Druk indien nodig op de lichtknop
het kookoppervlak te verlichten.
3. Wijzig indien nodig de snelheid door op
de gewenste knop te drukken.
Om het apparaat uit te schakelen druk je
nogmaals op de eerste snelheidsknop
om
2
152
1
om
.