• De gaskraan is defect.
• De brander is defect (uitgangsopeningen van het gas ver-
stopt).
• Lege batterij van de piëzo-ontsteker
De verwarming kan niet worden geregeld
Mogelijke oorzaken:
• De gaskraan is defect.
19.3
ELEKTRISCHE KOOKPLAAT
De plaat wordt niet warm.
Mogelijke oorzaken:
• De plaat is defect.
19.4
ELEKTRISCHE OVEN
Het apparaat wordt niet warm.
Mogelijke oorzaken:
• De regelthermostaat van de temperatuur is defect.
• De verwarmingselementen zijn defect.
• De veiligheidsthermostaat is geactiveerd.
• De van de rotor is defect. ( mod.geventileerde oven).
De verwarming kan niet worden geregeld
Mogelijke oorzaken:
• De regelthermostaat van de temperatuur is defect.
20 VERVANGING VAN ONDERDELEN
AANWIJZINGEN VOOR DE VERVANGING VAN ONDER-
DELEN.
• Schakel de elektrische voeding van het apparaat uit, indien
aanwezig, alvorens welke handeling dan ook te gaan ver-
richten.
• Controleer telkens wanneer er een onderdeel van het gascir-
cuit vervangen is of er geen lekken zijn op de verbindingspun-
ten met het circuit zelf.
• Controleer na de vervanging van een onderdeel van het
elektrische circuit of de verbinding met de bedrading in orde
is.
20.1
GASKOOKPLAAT
Vervanging van de gaskraan
• Demonteer het bedieningspaneel.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging van de waakvlambrander en van het ther-
mokoppel.
• Demonteer het bedieningspaneel.
• Verwijder de pannenroosters en de branders
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
20.2
GASOVEN
Vervanging van de gaskraan en van de piëzo-ontsteker.
• Demonteer het bedieningspaneel.
• Haal de bol uit de behuizing die aan de zijkant van de oven
bevestigd is.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging van de brander en van het thermokoppel
• Demonteer het bedieningspaneel aan de bovenzijde.
• Verwijder de ovenbodem.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging van de deurafdichting.
• Maak hen los (ze zijn aan vastgeduwd aan de uiteinden).
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
VERVANGING/INSTALLATIE VAN DE BATTERIJ VAN DE
PIËZO-ONTSTEKER
• Schroef de aan-uit-schakelaar op de bovenkant van de ont-
steker los.
• Plaats de batterij met de polen in de juiste richting (let op de
tekens).
• Schroef de schakelaar weer vast.
Let op Het is aanbevolen om de batterij minstens eenmaal per
jaar te vervangen om een optimale prestatie van de piëzo-ont-
steker te garanderen.
20.3
ELEKTRISCHE KOOKPLAAT
Vervanging van de keuzeschakelaar en het controlelampje
• Demonteer het bedieningspaneel.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging van de plaat.
• Verwijder de bodem van het apparaat.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
20.4
ELEKTRISCHE OVEN
Vervanging van het verwarmingselement
• Werk vanuit de binnenkant van de ovenruimteof vanaf de
achterkant van het fornuis. Koppelhet verwarmingselement
los en haal deschroeven op de flenzen los.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging van de rotor (mod.Geventileerde oven)
• Verwijder de roosters en de interne roosterhouders,haal de
bescherming van de rotor weg.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
Vervanging de motor van de rotor (mod.Geventileerde
oven)
• Verwijder de bescherming van de rotor weg.
• Demonteer het rugpaneel.
• Demonteer en vervang het onderdeel.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
63