- Onjuist gebruik of een gebruik dat niet overeen-
stemt met de gebruiksaanwijzing kan gevaar
inhouden en doet de garantie en de aansprake-
lijkheid van de fabrikant teniet.
BESCHRIJVING
A Blaasmond
B Filter
C Snelheidskeuzeknop
D Temperatuurkeuzeknop
E Knop voor koude lucht
F Diffuser
G Ophangring
Mocht het model van uw apparaat niet beschik-
ken over de hiervoor beschreven hulpstukken,
dan kunt u deze ook apart verkrijgen bij de Tech-
nische Service.
GEBRUIKSAANWIJZING
OPMERKINGEN VOORAFGAAND AAN HET
GEBRUIK:
- Enkele delen van het apparaat zijn licht ge-
smeerd, waardoor het apparaat bij het eerste
gebruik enigszins kan roken. Na korte tijd stopt
dit vanzelf.
GEBRUIK:
- Rol de kabel helemaal af alvorens de stekker in
het stopcontact te steken.
- Steek de stekker in het stopcontact.
- Zet het apparaat zo dat de luchtstroom in de
gewenste richting gaat.
- Zet het apparaat aan door op een van de snel-
heidsknoppen te drukken.
- Selecteer de gewenste temperatuur.
- Houdt 10 tot 15 cm afstand van uw hoofd.
DE IONISATIEFUNCTIE:
- Het apparaat kan negatieve ionen genereren.
- Als u het apparaat aanzet, wordt de productie
van negatieve ionen automatisch geactiveerd.
- Negatieve ionen verminderen statische elektri-
citeit en voorkomen kroeshaar.
KOUDE LUCHTSTOOT:
- Deze functie levert een stroom koude lucht om
het haar beter te vorm te geven.
- Om deze functie te gebruiken drukt U op de
knop voor koude lucht (E)
NA GEBRUIK VAN HET APPARAAT:
- Zet het apparaat uit door de keuzeknop C op 0
te zetten.
- Trek de stekker uit het stopcontact.
ACCESSOIRES:
ACCESSOIRE BLAASMOND (A):
- Dit accessoire concentreert de luchtstroom op
een bepaald gebied.
- Duw het accessoire op het apparaat tot u klik
hoort (Fig. 1).
ACCESSOIRE DIFFUSER (F):
- Dit accessoire homogeniseert de luchtstroom
in een bepaald gebied.
- Plaats het accessoire op het apparaat tot u klik
hoort.
REINIGING
- Trek de stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat afkoelen alvorens het te reinigen.
- Maak het apparaat schoon met een vochtige
doek met een paar druppels afwasmiddel en
droog het daarna goed af.
- Gebruik geen oplosmiddelen of producten met
een zure of basische pH zoals bleekwater,
noch schuurmiddelen, om het apparaat schoon
te maken.
- Zorg ervoor dat er geen water of andere
- vloeistof binnen kan dringen via de ventila-
tie-openingen, om schade aan de functionele
delen in het inwendige van het apparaat te
voorkomen.
- Dompel het apparaat niet onder in water of
een andere vloeistof en houd het niet onder de
kraan.
- Indien het apparaat niet goed
- schoongehouden wordt, kan het oppervlak
beschadigd en de levensduur van het appa-
raat verkort worden, en kan er een gevaarlijke
situatie ontstaan.