• elektrische apparaten;
• computers en televisietoestellen;
• rijdende voertuigen.
Plaats de wekker op een plek met optimaal signaal, m.a.w. in de
buurt van een venster en uit de buurt van metalen oppervlakken of
elektrische toestellen.
Ontvangst van het tijdsignaal
Nadat u de wekker hebt ingeschakeld, begint hij het radiosignaal
met gedimde cijfers (weinig helder) te ontvangen. Het
indicatorlampje
•
Het signaal wordt ontvangen (indicatorlampje
•
Correcte ontvangst (indicatorlampje
•
Fout bij ontvangst (indicatorlampje
Ontvangstmodus en signaalsterkte
Druk tijdens het ontvangen van het signaal eenmaal op de
WAVE/M-toets om de ontvangstmodus en signaalsterkte te zien:
•
Als de wekker een signaal detecteert, verschijnen in de display
3 balken
•
Als de ontvanger een zwak of geen signaal detecteert,
verschijnt in de display
•
Tijdens het ontvangen van het signaal kan de signaalsterkte
variëren tussen 1, 2 en 3 balken. Dat is normaal, omdat de
ontvanger het tijdsignaal en alle andere signalen tegelijkertijd
detecteert.
knippert.
.
I
N GEBRUIK NEMEN
brandt zonder knipperen)
gaat uit).
of
.
knippert)
57