BEDIENING VAN HET TOESTEL
Instellen van de thermostaat
De thermostaat regelt automatisch de binnentemperatuur van de koelkast en het
vriescompartiment (indien aanwezig).
•
De normale temperatuurstand is stand 4.
•
Stel een hogere temperatuur in door de regelknop naar stand 1, 2 of 3 te draaien.
•
Stel een lagere temperatuur in door de regelknop naar stand 5, 6 of 7 te draaien.
•
Op stand 0 is de koelkast uitgeschakeld.
De aanbevolen temperatuur is 4 °C voor het koelcompartiment en -18 °C voor het
vriescompartiment.
Bij toestellen met een vriescompartiment geldt: worden diepvriesproducten voor
een langere periode bewaard, dan verdient een instelling tussen stand "4" en "7" de
aanbeveling.
Bij toestellen met een vriescompartiment geldt: stel een lagere temperatuur in (tussen
stand "5" en "7") indien de omgevingstemperatuur minder dan 16 °C bedraagt.
NL 18