INSTALLEREN EN AANSLUITEN
•
Het toestel moet tenminste 5 cm van het elektrisch of gasfornuis respectievelijk 30 cm
van de verwarming of kachel worden geïnstalleerd. Bij kleinere afstanden moet er een
isolatieplaat worden gebruikt.
•
De afstand tot de muur, achter en aan de zijkanten van de kast, moet ongeveer 5 cm
te bedragen. Een keukenkastje boven het toestel moet aan de achterzijde een ruimte
van tenminste 5 cm hebben. Daardoor wordt een voldoende koeling van de condensor
gewaarborgd.
•
Na installatie moet de stekker toegankelijk zijn!
•
De luchtuitlaat van het toestel bevindt zich bovenaan aan het toestel; voorkom blokkering
van de luchtstroom. Door blokkering kan het toestel beschadigd raken.
•
Het toestel moet door minimaal twee personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
•
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het toestel om te voorkomen dat de vloer
beschadigd raakt.
•
Zorg ervoor dat het toestel tijdens de installatie de voedingskabel niet beschadigd.
•
Plaats het toestel op een vlakke, stabiele ondergrond.
•
Met de stelvoeten kunt u het toestel waterpas zetten.
Toestel aansluiten
•
Sluit het toestel met het netsnoer aan op het elektriciteitsnet. Het stopcontact moet geaard
zijn. De nominale spanning en de frequentie van het toestel vindt u op het typeplaatje/label
met basisinformatie op het toestel.
•
Het toestel moet in overeenstemming met de geldende normen en regels op het
elektriciteitsnet worden aangesloten en geaard. Het toestel is bestand tegen kortstondige
afwijkingen in de nominale spanning, echter niet meer dan +/- 6%.
Wanneer u het toestel langere tijd niet gebruikt, schakelt u het uit met de daarvoor
bestemde toets en koppelt u het los van de stroomvoorziening. Maak het toestel leeg,
ontdooi het, maak het schoon en laat de deur op een kier staan.
Gevaar van bevriezing
Steek bevroren voedsel nooit in uw mond en voorkom aanraking van bevroren voedsel,
omdat dit bevriezing kan veroorzaken.
Open het vriescompartiment niet als er een fout is opgetreden of de stroomvoorziening is
uitgevallen, tenzij het toestel langer buiten werking is dan de uren die staan aangegeven
op het typeplaatje (temperatuurstijgingstijd). Na die periode moet u het ingevroren
voedsel gebruiken of zorgen voor voldoende koeling (in een vervangend toestel).
NL 14